Terugblik op autojaar 2013: liever een Rolls-Royce Wraith dan een rammelend Koningslied
Het meest bespotte lied uit de Nederlandse geschiedenis moet wel John Ewbanks Koningslied uit 2013 zijn. Het lied en alle activiteiten eromheen kostten 574.463 euro. Misschien hadden de kersverse koning Willem-Alexander en koningin Maxima voor hetzelfde geld liever een Rolls-Royce Wraith en een Jaguar F-Type gekregen.
Autojaar 2013
In het jaar waarin koningin Beatrix het koninklijke stokje overdraagt aan haar zoon Willem-Alexander, beconcurreren de twee grote Franse merken elkaar hevig. Ze lanceren allebei een crossover in het B-segment; Peugeot introduceert de 2008 en Renault komt met de Renault Captur. Nederland is ook in 2013 al in de ban van subsidies en bijtelling. De Volkswagen Up wordt de bestverkochte auto, gevolgd door de Golf en de Ford Focus. Het spannendste nieuws komt uit Engeland en Italië.
BMW 4-serie: 3 wordt 4
BMW besloot het tien jaar geleden over een andere boeg te gooien: de Coupé en Cabrio van de 3-serie gingen in het vervolg door het leven als BMW 4-serie. Later kwam er ook een 4-serie Gran Coupé met vijf portieren. De sedan en Touring bleven gewoon als 3-serie op de markt. BMW wilde het verschil tussen de 3- en de 4-serie wat vergroten; de 4-serie werd meer een liefhebbersauto en was dan ook lager en breder dan zijn voorganger. Bovendien had hij een lager zwaartepunt. De Cabrio kreeg een stalen klapdak. Kopers hadden een ruime keuze uit benzine- en dieselmotoren met vier en zes cilinders (143-431 pk) en konden ook nog kiezen voor achter- of vierwielaandrijving.
Renault Captur: slim gezien van Renault
Renault is goed in het bedenken van ruimtelijke auto's. De Espace, de Twingo, de Scénic, allemaal zaten ze doordacht in elkaar. Dat klanten ook in het B-segment behoefte hadden aan een suv-achtige auto, hadden ze bij Renault als een van de eersten door. De Captur werd dan ook een succes. Hij deelde onderstel en motoren met de Clio.
Houd je niet alleen van youngtimers, maar ook van nieuwe auto's? Dan is onze gratis nieuwsbrief iets voor jou!
Sommige landen kregen een iets grotere versie, die in Rusland als Kaptur door het leven ging. Na de Russische inval in Oekraïne, besloot Renault alle activiteiten in Rusland te beëindigen en dat betekende het einde voor de Kaptur. In Europa is de Captur toe aan de tweede generatie (sinds 2019) en is het succes nog altijd eclatant. Dat kon je overigens niet zeggen van zijn voorganger, de Modus, met zijn uitgebluste uitstraling.
Mercedes CLA: uit een ander vaatje
Op de première-avond van de autobeurs van Detroit kroop voormalig Daimler-CEO Dieter Zetsche na zijn speech altijd achter de bar om bier voor zijn gasten te tappen. Ook in 2013 deed hij dat. Daar tapte hij ook uit een ander vaatje, want hij trok het doek van de Mercedes CLA. Bruce Hornsby (That’s just the way it is) begeleidde hem op de piano.
In de VS was de CLA de kleinste Mercedes, daar zijn de A- en B-klasse nooit leverbaar geweest. Het was de eerste Mercedes met voorwielaandrijving in Amerika. Daardoor kon-ie niet met zescilindermotoren worden geleverd; die pasten niet in de beperkte motorruimte. Mercedes wilde met de CLA een nieuw, jong publiek aan zich binden. En dat lukte; de helft van de eerste 60.000 kopers reed eerder geen Mercedes. Het ontwerp van de CLA – lange motorkap, stijlloze zijruiten – had veel weg van de grotere CLS. Gek genoeg zat de tankdop van de CLA links, net als bij Japanse auto's.
Jaguar F-Type: heel lang pruttelen
Met de F-Type loste Jaguar een late belofte in; feitelijk was dit de verlate opvolger van de beroemde E-Type. Al in 1982 waren er plannen voor een compacte sportwagen, omdat de grote en zware XJ-S niet het succes had gebracht waar Jaguar op hoopte. Het plan pruttelde zeven jaar, totdat eigenaar Ford liever zijn dollars investeerde in het updaten van de zwaar verouderde fabrieken in Engeland en een streep trok door de sportwagen. De XJ-S kreeg nog een facelift en bleef tot 1996 in productie.
Aston Martin maakte dankbaar gebruik van de eerste schetsen; op basis hiervan ontstond de bloedmooie DB7, in 1996 gevolgd door de sterk gelijkende Jaguar XK. Toch bleef Jaguar broeden op een nieuwe, compactere sportwagen. In 2000 kwam het met de F-Type Concept, een cabriolet die moest gaan concurreren met de Porsche Boxster. Maar opnieuw zagen de boekhouders van Ford er geen brood in. Elf jaar later kwam een nieuwe poging met de C-X16 Concept, nog eens twee jaar later vrijwel ongewijzigd in productie ging. Ford had inmiddels niets meer te zeggen in Coventry; Tata was nu eigenaar van Jaguar. De Convertible met stoffen dak debuteerde in 2013, een jaar later volgde de Coupé. Ian Callum tekende zowel de DB7 als de Jaguar F-Type.
Ferrari LaFerrari: Jansen DeJansen
Alleen Ferrari kan het zich permitteren om zo'n rare naam te bedenken voor zijn meest sportieve model. Een Volkswagen DerVolkswagen of een Citroën LeCitroën zou ondenkbaar zijn. Wat Ferrari maar wilde zeggen: de Ferrari LaFerrari is de Ferrari di tutti Ferrari's. De Italianen gingen niet over één nacht ijs; uit negen schetsen werden eerst de vijf beste gekozen en na een nieuwe schifting bleven er nog twee over. Van beide werd een studiemodel gemaakt. Dat waren de LaFerrari Concept Manta en LaFerrari Concept Tensostruttura. Opnieuw trokken verstandige mensen zich terug om te beraadslagen en toen kwam er witte rook. Op basis van de Manta werd het definitieve model gekozen.
De LaFerrari werd in zeer gelimiteerde oplage gebouwd: 500 coupés en 210 cabrio's, Aperta genoemd. Het totale vermogen van de V12 met KERS-techniek (waarbij remenergie wordt gebruikt voor een tijdelijke vermogensboost) bedroeg liefst 950 pk. In nog geen 7 seconden was de sprint naar 200 km/h afgerond en binnen 15 seconden reed je 300 km/h. De vijfhonderdste LaFerrari werd geveild; de opbrengst ging naar de slachtoffers van de verwoestende aardbeving in midden-Italië in 2016, die aan bijna 300 mensen het leven had gekost.
Peugeot 2008: groeten uit Wuhan
Toen de nieuwe Peugeot 208 in 2012 op de markt was gekomen, besloot de fabrikant om geen stationwagon uit te brengen. Wie toch meer ruimte wilde, kon nu bij de Peugeot 2008 terecht. Zouden Peugeot en Renault een wedstrijd hebben gedaan wie als eerste zijn compacte suv af had? De derby eindigde in een gelijkspel, want zowel de 2008 als de Captur debuteerde op de autosalon van Genève. De Peugeot 2008 werd in verschillende fabrieken gebouwd. Nederland kreeg zijn exemplaren uit het Franse Mulhouse, maar hij rolde ook van de band in Wuhan (China), Teheran (Iran) en Porto Real (Brazilië).
Rolls-Royce Wraith: schim uit het verleden
Als de rijken der aarde achter het net hadden gevist voor de LaFerrari, konden ze hun verdriet misschien wegshoppen met de Rolls-Royce Wraith, de coupéversie van de Ghost. Iets minder exclusief, maar nog altijd statig. En je kon je kinderen gewoon achterin meenemen. De suicide door bood zelfs een prima toegang tot de achterste stoelen. De LaFerrari kon je niet bijhouden, maar met de Wraith was je alsnog vrijwel iedereen te snel af. De V12-biturbo kwam van BMW en leverde 632 pk. Eigenlijk heurt het niet om een Rolls-Royce als een dolle op zijn statige staart te trappen, maar doe je dat toch, dan bereik je in 4,6 seconden de 100 km/h. De naam Wraith was niet nieuw, al in 1938 reed er een Rolls rond met deze naam.