Review: Dacia Spring 65 Extreme (2023) – waarom veel meer vermogen toch niet genoeg is
De nieuwe Dacia Spring Extreme heeft bijna anderhalf keer zoveel vermogen als de gewone Spring. Dat zorgt voor veel betere prestaties en daardoor is het niet langer een pure stadsauto. De vraag is of dat genoeg is om tot aankoop over te gaan
Wat is opvallend aan de Spring Extreme (2023)?
Net als alle andere Dacia’s, heeft nu ook de Spring een stoerdere grille met het grote nieuwe Dacia-logo. Daarnaast herken je de Extreme-versie vanbuiten en vanbinnen aan diverse koperkleurige details. Daarvan springen de spiegelkappen het meest in het oog, maar ook bij de dakrails, de merkaanduiding op de achterklep, rondom het centrale display en op de deurpanelen zie je de chique kleur terug.
Nieuwe auto kopen? Bij Interpolis kun je nu kiezen uit een uitgebreide autoverzekering of een basis autoverzekering.
Van de belangrijkste vernieuwingen aan de Dacia Spring zie je daarentegen niets. Die voel je vooral. De Extreme-versie van de Spring kreeg namelijk een andere elektromotor, die voor veel betere prestaties zorgt. De nieuwe motor draait met stukken hogere toerentallen (14.700 tegen 8500 tpm) en levert 65 in plaats van 45 pk. Vreemd genoeg is het koppel juist iets lager (113 vs. 125 Nm) en daarom monteerde Dacia een nieuwe tandwieloverbrenging naar de aandrijfassen. En zo beschikt de Spring Extreme volgens Dacia op de voorwielen juist over zo’n 17 procent méér trekkracht dan de Spring Essential.
Wat is goed aan de Dacia Spring Extreme (2023)?
Met zijn 20 extra pk’s laat de Dacia Spring Extreme zich veel vlotter rijden dan de basisversie. In de stad snel je in 3,9 seconden van 0 naar 50 km/h. dat is sneller dan de basisversie van de Porsche Taycan … naar de 100 km/h gaat. Hoe dan ook is het tegenover de 5,8 tellen van de Spring Essential een grote stap. En terwijl het invoegen op een rond- of snelweg met de Spring Essential een koudzweterige aangelegenheid is, draait de Extreme zijn hand er niet voor om. In plaats van een spannende 19,1 tellen, heeft de nieuwe versie nog maar 13,7 seconde nodig om vanuit stilstand de 100 km/h te bereiken.
Natuurlijk blijft de Dacia Spring door zijn kleine accupakket in de eerste plaats een stadsauto, maar slapeloze nachten zijn niet meer nodig als je een avondrit over de snelweg voor de boeg hebt. Zo hoef je jezelf niet meer met blikken energiedrank wakker te houden tijdens de tussensprint van 80 naar 120 km/h. De benodigde tijd is bijna gehalveerd van 26 tot 13,5 seconden. Het mooie is dat het verbruik er nauwelijks onder lijdt. Tijdens onze testrit over 70 kilometer rijden we zelfs zuiniger dan de fabriek ons voorspiegelt: we verbruiken 13,4 kWh/100 km, in plaats van de officiële 14,5 kWh.
Eerlijkheidshalve moeten we erbij zeggen dat de testroute grotendeels door stroperig stadsverkeer loopt. Daar staat tegenover dat we met twee volwassen mannen onderweg waren en ook een aantal sprintjes hebben getrokken. Een actieradius van 200 kilometer is onder normale omstandigheden dan ook zeker haalbaar. We zijn zelfs een paar keer dicht bij de topsnelheid van 125 km/h geweest. Daarbij voelt de Spring Essential best stabiel en vertrouwenwekkend aan.
Ook op uitrustingsgebied heeft de Dacia Spring Extreme meer te bieden dan de Spring Essential. We noemen elektrisch verstelbare buitenspiegels, een achteruitrijcamera en parkeersensoren, elektrisch bedienbare zijruiten achter en een multimediasysteem met navigatie en smartphone-integratie.
Wat kan beter aan de Dacia Spring Extreme (2023)?
De Spring Extreme heeft dus een fijnere aandrijflijn, een luxere uitrusting en een toffere uitstraling dan de Spring Essential. Toch is de jongste versie van de kleine EV – anders dan alle andere nieuwe modellen van de Roemeense fabrikant - nog een Dacia van de oude stempel. Hij voelt goedkoop en blikkerig aan, met dunne deurtjes en kleine stoeltjes. Lange bestuurders zitten met hun rechterknie erg dicht bij het contactslot en kunnen het (niet verstelbare) stuur bijna met hun bovenbenen ronddraaien - verre van ideaal.
De besturing is extreem licht en - ondanks een aangepaste overbrenging - nog altijd behoorlijk ongevoelig. Mede hierdoor schrik je de eerste keer nogal van het sterke overstuur en de snel doorslaande wielen op een nat wegdek. Mogelijk is een en ander mede te wijten aan de gemonteerde banden. Die zijn van een ons onbekend merk en lijken wel van hetzelfde harde plastic gemaakt als het dashboard. Zo weinig grip hebben ze. We raden de Nederlandse en Belgische importeur dan ook aan om de Dacia Spring Extreme in Nederland van een set fatsoenlijk rubber te voorzien.
Wanneer komt de Dacia Spring Extreme (2023) naar Nederland en wat is de prijs?
Heb je al proefgereden met de Dacia Spring Essential maar twijfel je nog vanwege de rudimentaire prestaties? Wacht dan nog even en maak binnenkort een testritje in de Spring Extreme. Vanaf deze zomer staat-ie in de showroom, met een bedrag van 23.400 euro op het prijskaartje. Dat betekent dat je maar 1650 euro extra betaalt ten opzichte van de Spring Essential. Gezien de veel betere prestaties en de luxere aankleding, is dat een uitstekende deal. Voor een 30 kW-snellader moet je wel weer een stevige 600 euro bijbetalen. Dat scheelt bij het laden van 0 naar 80 procent accuvulling bijna 4 uur laadtijd (56 minuten in plaats van 4 uur en 51 minuten).
De overheidssubsidie (2950 euro) op de prijs van de auto verzacht dan weer een deel van de pijn, want voor 21.050 euro rijd jij in een Spring Extreme mét snellader. Wat we nog wel missen, is een in twee delen neerklapbare achterbank. Zeker bij een stadsauto, waarin je het ophalen van de kinderen en het doen van de boodschappen graag combineert, kun je die wel gebruiken. Al valt een kofferbakvolume van 300 liter met de bank in functie niet eens tegen.
Wat vind ikzelf van de Dacia Spring Extreme (2023)?
Tot dusver hebben al ruim 110.000 Europeanen een Dacia Spring gekocht. Volgens Dacia schafte 90 procent van hen de kleine EV aan als tweede auto. Mede dankzij de Extreme-versie worden er de komende tijd vast nog veel meer Springs verkocht. Ikzelf zal daar niet bij zijn. Want de Extreme mag dan een flinke sprong vooruit zijn ten opzichte van de Spring Essential, voor mij is het nog te minimaal, zelfs als tweede auto. Voor 10.000 tot 12.000 euro kocht ik dan liever een jonge tweedehands Kia Picanto, Hyundai i10 of Volkswagen Up.
En als het per se een EV moest zijn, dan zou een gebruikte Renault Zoe of een tweedehands Volkswagen e-Up (vanaf 2019) ook hoger op mijn lijstje staan. Die auto's kosten grofweg hetzelfde, maar voelen veel degelijker aan, hebben prettiger stoelen en een beter weggedrag. Een andere optie is om nog twee jaar te wachten op de elektrische Volkswagen ID.2all en consorten. Als de Volkswagen Group zijn belofte nakomt, heb je die straks voor minder dan 25.000 euro ...
Nieuwe auto kopen? Bij Interpolis kun je nu kiezen uit een uitgebreide autoverzekering of een basis autoverzekering.