Zonder Nissan hadden we deze vijf idiote auto's nooit gehad
Nissan heeft het moeilijk en verdient een steuntje in de rug. Daarom deel II van onze ode aan het Japanse merk, met zijn soms idiote, maar vaak ook vooruitstrevende modellen. Ken je de Prairie bijvoorbeeld nog?
Nissan Patrol (1979)
De Nissan Patrol bestond al sinds de jaren zestig, maar werd in Europa pas geleverd in de jaren tachtig. Koop geen Patrol als je een leuke tweedehands SUV zoekt. Het is een echte terreinwagen die kan wedijveren met de Toyota Land Cruiser. Hij heeft een ladderchassis en starre as met bladveren.
De Patrol was er met korte en lange wielbasis. De korte versie kreeg in 1983 een nieuwe turbodiesel met 110 pk - destijds maakten dieselmotoren met zoveel vermogen indruk. Bij ons is de Patrol niet meer leverbaar, maar in Japan staat-ie nog steeds in de prijslijst.
Breng je zaterdag tot leven met de ruime Škoda Kodiaq. Nu ook als Plug-in hybride met elektrische actieradius tot 123 km.
Nissan Prairie (1982)
Toen de Nissan Prairie begin jaren tachtig op de markt kwam, keek geen liefhebber op. Het ontwerp was saai als het Nieuws voor doven en slechthorenden of een Teleac-cursus. Toch was hij zijn tijd vooruit, zijn concept kreeg pas vele jaren later navolging. Het was Renault dat de compacte, praktische gezinsauto met hoge zit populair maakte met de Mégane Scénic (1995).
De Prairie had geen middenstijl tussen de voor- en achterdeuren. Dat betekende een gemakkelijke instap en veel ruimtegevoel. In feite was het een MPV, nog voor die term gangbaar werd. Kijk vooral eens goed naar die enorme ramen aan alle kanten - leve de jaren tachtig.
Nissan Cube (2010)
De Nissan die nergens op lijkt. In Japan was de Cube al sinds 1998 te koop, maar in 2010 deed Nissan een manmoedige poging om de auto ook in Europa te slijten. Het ontwerp was, eh, eigenzinnig en origineel. De asymmetrische achterruit was het meest krankzinnige detail.
Dankzij het vierkante ontwerp bood de Cube verrassend veel binnenruimte, maar dat trok bijna niemand over de streep. Het uiterlijk was misschien wel té Japans en ook het marketingpraatje dat het interieur de sfeer van een jacuzzi moest oproepen, was aan dovenmansoren gericht. In Nederland durfden 192 dappere mensen het aan om er eentje aan te schaffen.
Datsun/Nissan Silvia (1965)
We noemen de Silvia alleen al omdat we dan Albrecht Graf von Goertz weer eens kunnen noemen. De adellijke Duitse ontwerper van de BMW 507 tekende ook de eerste Datsun Silvia (1965). In 2002 rolde de laatste Silvia van de band, maar in Nederland was-ie toen al niet meer te koop.
Vooral de vierde generatie uit 1983 geniet hier enige bekendheid, al sloeg deze achterwielaangedreven sportcoupé nooit echt aan. Klapkoplampen waren toen net zo modieus als schoudervullingen, grote snorren en permanentjes. In totaal werden zeven generaties gebouwd.
Nissan Leaf (2010)
Lang voordat elektrische auto’s mainstream werden, zette Nissan in 2010 een gedurfde stap met de Leaf. Met de praktische, relatief betaalbare EV voor het hele gezin liepen de Japanners voor op de concurrentie. Al was de actieradius van 175 kilometer (batterij: 24 kWh) met name in de winter een garantie voor actieradius-stress.
De Leaf staat wat ons betreft symbool voor het kwakkelende Nissan; in vijftien jaar tijd verwerd het merk van voorloper tot achterblijver op EV-gebied. Pas eind 2025 staat een moderne Leaf bij de dealer.
Buitengewoon veel ruimte en een enorm rijbereik. De elektrische Volkswagen ID.7 Tourer. Alleen dit jaar nog 17% bijtelling.