Te koop: een oud Fiatje. Prijs: een paar honderd euro? Nee, een half miljoen!
Zomaar ineens verscheen er een bescheiden maar hinderlijke advertentie op het beeldscherm van Bavo Galama. Het toonde twee mini-fotootjes van auto’s die bij een bekende occasionwebsite te koop stonden, een Mercedes C-klasse van rond de 25 mille en een lichtgroen Fiatje. De vraagprijs van die laatste stond in kleine lettertjes eronder: net geen half miljoen euro. Euh …
Het was dan ook bepaald geen doorsnee Fiatje dat werd aangeboden, maar een Fiat 1100 Sport Berlinetta uit 1948. Ik geloof niet dat ik ooit een duurdere Fiat heb gezien. Alle reden dus om af te reizen naar Sassenheim ,waar de auto staat gestald bij de firma VSOC, de afkorting van Very Superior Old Cars. Tja, je kunt maar beter duidelijkheid verschaffen als je een naam moet verzinnen voor je onderneming.
Zeldzame Fiat 1100 Berlinetta
Als ik binnenkom, blijkt dat er niets gelogen is aan die naam. Ik betreed een hal waar de meest prachtige, unieke en zeldzame klassiekers staan opgesteld. Ferrari’s, Porsche’s en Alfa Romeo’s uit meer of minder vervlogen tijden. Allemaal authentieke verzamelaarsobjecten. Daartussen de bewuste zachtgroene Fiat 1100 Berlinetta uit de advertentie.
Rij nu de stoere Volkswagen T-Cross. Ideaal voor in de stad met genoeg ruimte voor vakantie.
En dat voor een vriendenprijs!
Ik word ontvangen door de 28-jarige Rogier Postma. “VSOC is in 1992 opgericht door onder anderen Alex von Mózer en hij is hier nog steeds de directeur. Wij zijn anders dan handelaars in klassiekere automobielen, want we kopen auto’s aan voor onze klanten. Vaak zijn dat auto’s die helemaal niet op de markt zijn of komen. Wij weten van dergelijke auto’s in welke collecties ze voorkomen en kennen heel veel verzamelaars. Die aankoop of acquisitie is de basis van ons werk. Daarnaast beheert VSOC meerdere collecties en begeleiden wij restauraties. De verkoop is iets wat we ook wel doen als een soort extra service, en altijd in consignatie, maar dat is niet onze corebusiness."
Meedoen aan de Mille Miglia
De Fiat 1100 S Berlinetta waar ik voor kom, is van een Nederlandse verzamelaar. De auto is te koop wegens de aanschaf van een andere auto voor zijn verzameling. Wat deze auto liefhebbers voor heel interessant maakt, naast de perfecte staat, is de geschiedenis van deze auto. En de bijbehorende complete documentatie. Deze Fiat heeft namelijk drie keer de originele Mille Miglia uitgereden, in 1953, 1954 en 1955. Opvallend is dat de auto al 5 jaar oud was toen hij de eerste keer meedeed. De laatste keer werd hij zelfs zevende in zijn klasse. In een van de drie ritten haalde hij een gemiddelde snelheid van mee dan 100km/h. Dat is inclusief tankstops, stoplichten, en oponthoud bij stempelposten. Dan moet je hard zijn gegaan, hoor!
Veel verzamelaars willen dolgraag een hedendaagse Mille Miglia rijden. Dan heb je ten eerste een auto nodig die ooit tussen 1927 en 1957 heeft meegedaan. En ten tweede moet je dan nog eens een type of model auto inschrijven waar er niet te veel van zijn, anders kun je worden uitgeloot. Welnu, de kans dat je mee mag rijden met déze auto is bijna 100 procent. De originele motor ligt er nog in en heeft dus ook drie keer die tocht volbracht.
“Fiat was ‘top of the bill’ in kwaliteit. Dat is nu misschien lastig voor te stellen, maar toch was het zo”
"We hebben uiteraard alle documentatie die dat bewijst", vertelt Rogier. "Deze auto verliet de fabriek op 21 september 1948. Dit jaar is hij dus precies 75 jaar oud. Deze 1100-motor van Fiat werd in het begin van de jaren vijftig veel gebruikt bij racewagenbouwers uit die tijd. Het was een uiterst betrouwbare motor. Ik heb op een uitslagenlijst met oranje onderstreept welke auto’s uit de top 20 in zijn klasse voorzien waren van deze specifieke Fiat-motor. Twaalf van de nummers 1 tot en met 20! Fiat was ‘top of the bill’ in kwaliteit. Dat is nu misschien lastig voor te stellen, maar toch was het zo."
"Het koetswerk komt, ook vermeldenswaard, niet van een externe carrosseriebouwer, maar van de eigen afdeling van Fiat. Dat staat ook op de zijkant; Carrozzeria Speciali. Dat maakt hem nog unieker eigenlijk. En die Fiat ingenieurs hebben een vorm ontworpen die vooral gedicteerd werd door de meest recente kennis van aerodynamica uit die jaren. Dat resulteerde in een eigenlijk wat lomp gedeelte achter de portieren. De bijnaam van de auto’s met dit specifieke koetswerk is dan ook ‘Gobone’. Dat betekent bultrug of bochel."
51 pk, 150 km/h
In die jaren ontdekte men bij Fiat dat men racewagens niet per se van een zware V8 hoefde te voorzien om snel te kunnen laten gaan. Met een heel licht autootje en een kleine motor kon je diezelfde snelheden bereiken. Dus bouwde men de auto grotendeels van aluminium. "Het 1089 cc-motortje levert 51 pk. In deze raceversie dan, hè. In de ‘gewone’ 1100 leverde hij slechts 32 pk en in de sportuitvoering 42 pk. Maar deze auto haalde daar 150 km/h mee en kan dat nog steeds. Ik heb deze auto na het Concours d'Elegance op Soestdijk, waar hij eerste werd in zijn klasse, zelf terug naar Sassenheim gereden. Deze auto kan nog met gemak mee met het moderne verkeer. En dat geluid, dat is zó mooi! Heel anders dan het gebrul van een Ferrari. Het is maar een klein uitlaatje met een smal pijpje, dus hij heeft een heel snerpend agressief geluid, echt heel gaaf!”
“Deze auto kan nog met gemak mee met het moderne verkeer. En dat geluid, dat is zó mooi!”
Het is tijd om eens aandachtig om die auto heen te lopen en om er even in te gaan zitten. Als ik plaats neem achter het stuur in een van de twee sierlijke kuipstoeltjes, sluit Rogier hoffelijk de portier. Ik krijg een beuk tegen mijn linkerschouder. De cockpit is namelijk heel erg smal. Het stuur met de prachtige naar boven buigende spijlen zit niet recht voor me, maar iets te veel naar het midden. Evenals de pedalen trouwens. Ik ben niet lang, maar Italianen waren in de jaren 50 naar alle waarschijnlijkheid nóg een stuk kleiner.
Zoals vaker bij Italiaanse auto’s, ben ik weer eens diep onder de indruk van het elegante design. De meters, het stuur, de deurhendels, alles is met zorg vormgegeven. Zelfs de vorm van de onhandig lange pook is prachtig. Dat de aerodynamica voorschreef dat het exterieur van een te grote bochel moest worden voorzien, zal menig Italiaan in dienst van Fiat tot in het diepst van zijn ziel hebben gepijnigd. Nu maakt het de auto behalve mooi van lelijkheid ook herkenbaar en apart. Aan de binnenkant levert de bochel helaas geen twee extra zitplaatsen op. Rechtsachter is een opbergruimte voor een accu geplaatst en linksachter, tja. Is dat een zitplaats? Een strafbankje voor een ongewenst kind? Een wraakzetel voor een vervelende schoonmoeder?
Rechterstoel staat naar achteren
Wat me ook opvalt is dat de voorstoelen niet netjes naast elkaar staan. De rechter staat iets verder naar achteren, waarschijnlijk om aan de rechterkant het zicht van de bestuurder vrij te houden. Daardoor kan de gemiddelde passagier, en zeker een klein Italiaantje, niet meer met zijn voetjes bij het schutboard komen. Geen nood. Laat dat maar aan het Italiaanse improvisatietalent over. Er wordt dus een apart voetensteuntje ingebouwd. En nog mooi ook.
“Ik vraag of deze Fiat 1100 S Berlinetta de duurste Fiat ooit is. Mijn vraag wordt op besliste toon ontkennend beantwoord.”
Boven op het dashboard, op het horizontale deel, bevinden zich de richtingaanwijzers en twee afzonderlijke knoppen voor de ruitenwissers. Elke ruitenwisser kon apart worden aan- of uitgezet. De voorruit is gesplitst in twee aparte rechte stukken glas, verbonden door een dunne metalen spijl. Ze waren in 1948 kennelijk nog niet in staat om gebogen glas te fabriceren. Hoe de bollende daklijn dan weer aansluit op het rechthoekige puntje aan de bovenkant van die twee rechte ruitjes duidt op superieur vakmanschap.
Duurste Fiat ooit
Ik vraag of deze Fiat 1100 S Berlinetta de duurste Fiat ooit is. Mijn vraag wordt beleefd maar op besliste toon ontkennend beantwoord. Voor een Fiat Otto V, spreek uit vau, wordt tegenwoordig kennelijk een veelvoud van dat half miljoen betaald. Als later thuis wat zit te googelen, stuit ik op deze wagen, maar dan in de uitvoering van Ghia, de Supersonic. Die wisselde dit jaar van eigenaar voor het lieve sommetje van 2.260.000 dollar. Mijn God! Voor een Fiat!
En dan te bedenken dat mijn moeder in 1965 van mijn vader geen Fiat 850 Coupé mocht aanschaffen. De prijs van 6600 ouderwetse guldens (omgerekend 3000 eurootjes) vond hij te hoog voor een boodschappenwagentje. De krent! Daar kreeg ze zogezegd mijn vaders fiat niet voor.
Nieuwe auto kopen? Bij Interpolis kun je nu kiezen uit een uitgebreide autoverzekering of een basis autoverzekering.