Vijftig jaar Renault 5 - Zonder de R5 hadden moderne compacte hatchbacks niet bestaan
De Renault 5 komt terug, als volledig elektrische auto. Maar voor het zover is, kijken we terug naar het origineel. Want in 2022 is het vijftig jaar geleden dat de R5 werd geïntroduceerd. We rijden in een prachtig exemplaar uit 1977, om de verjaardag van de revolutionaire Renault in stijl te vieren.
Toen Renault in 1972 de R5 introduceerde, was het de bedoeling dat vooral vrouwen als een blok voor de auto zouden vallen. Dat klinkt nu misschien nogal betuttelend, maar eigenlijk was Renault zich juist zeer bewust van de tijdsgeest. De jaren zestig markeerden niet alleen de ongekende welvaartstoename, het waren ook de jaren waarin heilige huisjes een voor een omver gingen. De seksuele moraal werd vrijer, er werd geëxperimenteerd met drugs. Het gezag van huisarts, leraar, politie en pastoor werd minder vanzelfsprekend. Het kapsel van de mannen werd langer, de rokken van de vrouwen korter.
Ook de emancipatie van de vrouw was eind jaren zestig goed op gang gekomen. Steeds meer vrouwen gingen studeren, kregen een baan en haalden hun rijbewijs. Het traditionele rollenpatroon ging op de schop. De auto was geen exclusief domein meer voor de man. Dat hadden de marketeers van Renault goed in de gaten met hun verleidingstactieken. De betaalbare, praktische en moderne Renault 5 voldeed precies aan de mobiliteitswensen van de zich emanciperende vrouw.
Ontdek onze krachtige, volledig elektrische SUV met een rijbereik tot 572* km.
En dat voor een vriendenprijs!
Renault 4 was een betere Citroën 2CV
Bij Renault had in die tijd een charismatisch man de leiding. Pierre Dreyfus was in 1955 onverwacht de hoogste baas geworden, toen Pierre Lefaucheux was omgekomen bij een auto-ongeluk. Dreyfus ging voortvarend te werk. Hij had een uitstekende neus voor toekomstige trends in de autowereld. Een van de eerste auto’s die onder zijn leiding het levenslicht zag, was de Renault 4. Dreyfus wilde een concurrent bouwen voor de Citroën 2CV, waarbij hij goed keek naar de minpunten van deze auto.
Het idee van het mandje eieren dat heel moest blijven op een Frans plattelandsweggetje was romantisch, maar raakte achterhaald. Steeds meer mensen trokken naar de steden. De Renault 4 werd dan ook gepresenteerd als een ruime auto voor op het platteland én in de stad. Ook technisch was de R4 modern, met voorwielaandrijving, een onafhankelijke wielophanging met torsieveren en een grote achterklep. De R4 werd direct een succes en is tot op de dag van vandaag een van de bestverkochte Franse auto’s aller tijden.
Renault 5 met opzet geen achterportieren
De Renault 5 - waarvan de ontwikkeling in 1967 van start ging - moest een moderner, minder pragmatisch alternatief worden voor de R4. In tegenstelling tot de R4, had de R5 geen achterportieren. Dat was een bewuste keuze: zo kon je kinderen veilig naar school vervoeren, zonder dat je bang hoefde te zijn dat ze tijdens het rijden onverwacht een deur zouden openen. Let wel: de tijd van kindersloten en gordels was nog niet aangebroken.
“De Renault 5 werd destijds door alle automerken gekopieerd”
Ook op andere gebieden was aan de praktische bruikbaarheid gedacht. De grote kofferbak had een lage tildrempel, wat handig was voor het in- en uitladen van de boodschappen. De bumpers van polyester konden letterlijk tegen een stootje: een kleine confrontatie met een andere auto hoefde niet tot grote schade te leiden. Denk even hoe in Parijs nog altijd auto’s worden geparkeerd – het principe ‘boem is ho’ is onverminderd populair – en je beseft hoe nuttig deze vondst was.
De Renault 5 zette de trend voor compacte auto’s. Het concept werd destijds door alle automerken gekopieerd en tot op de dag van vandaag hebben auto’s uit het A- en het B-segment in West-Europa allemaal een grote kofferklep. Het succes van de R5 was eclatant: er werden meer dan 7 miljoen exemplaren verkocht. Het was de juiste auto op het juiste moment, dat had Dreyfus goed gezien. Op de Franse markt was de auto in zijn beste dagen verantwoordelijk voor 18 procent van de totale autoverkopen.
In de Verenigde Staten als Renault LeCar
Nederland maakte kennis met de Renault 5 via de volgende reclameslogan, die letterlijk uit het Frans was vertaald: “Bonjour, ik ben de Renault 5, ik word ook wel Supercar genoemd.” De R5 deelde veel techniek met de Renault 4. Zo hadden ze beide voorwielaandrijving en torsieveren en waren ze beschikbaar met een 845 cc-motor. De eerste modellen hadden een versnellingspook in het dashboard, maar niet veel later werd hij naar de vloer verplaatst.
Van de Renault 5 verschenen talloze afgeleiden, zoals de 5 Turbo I en II, de Alpine en de Alpine Turbo. Voor de Amerikaanse markt werd de R5 gruwelijk verminkt, met onder meer ronde koplampen en een andere grille. Hij werd er tot 1984 verkocht onder de naam Renault LeCar. Speciaal voor Spanje, een land met een grote liefde voor de (compacte) sedan, verscheen een vierdeurs versie onder de naam Renault 7.
Tweede generatie R5 'SuperCinq' genoemd
Niet alleen met zijn concept, ook met zijn aandrijflijn was de R5 zijn tijd vooruit: nog voor hij op de markt kwam, werkte Renault aan een elektrische versie. Je kon er 80 km/h mee rijden en de actieradius was 110 kilometer. Tot massaproductie van de Renault 5 Electrique kwam het echter niet.
““Bonjour, ik ben de Renault 5, ik word ook wel Supercar genoemd.””
In 1984 kwam de tweede generatie van de Renault 5 op de markt, getekend door sterontwerper Marcello Gandini. Deze werd SuperCinq genoemd. Doordat de motor vanaf toen dwars werd geplaatst, ontstond meer ruimte voor de inzittenden. Ook van de SuperCinq verschenen allerlei spannende en minder spannende varianten. De Campus was de instapper, de GT Turbo het sportmodel en de Baccara juist een chique versie.
Meteen op de hoogte worden gebracht als de nieuwe Renault 5 uitkomt?
Abonneer je op de Auto Review-nieuwsbrief
Zoals gezegd, bood Renault de R5 vanaf het begin aan met verschillende motoren. Aanvankelijk had de koper twee keuzes: de 5 L of de 5 TL. De goedkoopste R5 L kreeg een motor met een inhoud van 845 cc, die ook dienstdeed in de Renault 4 en de Renault 6. De 5 TL had een krachtiger viercilinder motor met 956 cc. Twee jaar na zijn introductie werd de R5 leverbaar met een 64 pk sterke 1,3-liter motor.
Knus en nostalgisch in een 5 TL uit 1977
Wij rijden in een 5 TL uit 1977, rond de fabriek in Flins waar hij ooit werd gebouwd. We nemen plaats op stoelen zonder hoofdsteunen, waarin je meteen diep wegzakt. Op zijdelingse steun in bochten hoef je niet te rekenen, maar voor stevig doorrijden was de Renault 5 ook niet bedoeld. Met z’n vieren in de R5 zitten is een uitdaging, voor volwassenen is het een aardige toer om je via het niet al te brede voorportier op het bankje te wurmen. De R5 is dan ook 20 centimeter smaller dan een Clio.
Die extra ruimte op de weg komt goed uit: je moet het stuur goed vasthouden om recht op de weg te blijven. De R5 is met zijn gewicht van 775 kilo gevoelig voor zijwind en ook de smalle bandjes werken niet mee. Het is bovendien even wennen aan de wat stugge vloerpook, maar dat kan ook komen doordat we kort ervoor nog in een R4 met de pook in het dashboard reden. Het schakelwerk in die auto heeft onze verwachtingen juist overtroffen.
Maar het knusse, nostalgische gevoel overheerst in de R5. De motor pruttelt, oneffenheden worden op z’n Frans gladgestreken en die zachte stoelen bevallen prima. In de jaren zeventig hadden we tevreden een Gauloises opgestoken achter het stuur. Wat een charmante auto is dit. Als u op de Nederlandse en Belgische weg de vele miljoenen compacte auto’s ziet rijden met hun grote achterklep, bedenk dan dat deze trend werd ingezet door de Renault 5.
Bij Univé geniet je van een gunstige premie en uitstekende service bij ongeval of pech.