Mercedes-Benz A-klasse test
We herinneren het ons nog vaag. Het was ergens midden jaren negentig. Mercedes aarzelde destijds of het wel haar eerste stapjes in het compacte, beter betaalbare C-segment moest zetten. Aan een triviale hatchback wou het merk met de ster zich nog niet wagen. Maar dat was toen. De alsmaar hoger wordende leeftijd van haar klanten, maar vooral een nachtmerrie van een uitwijkincident bracht daarin verandering. Mercedes ging met de billen bloot en ergens halverwege de tweede generatie van het model overstag. Sindsdien kennen we de A-klasse als een vijfdeurs hatchback pur sang en is het in die carrosserievorm succesvoller dan ooit. Aan de compleet nieuwe de zware taak om dit te prolongeren, met als extra doel definitief afscheid te nemen van de koosnaam ‘baby-Benz’.
Om maar meteen met de deur in huis te vallen. Dat de nieuwe A-klasse ook nog steeds de meest compacte Mercedes is, is een keuze van het merk zelf. Kleiner wil het simpelweg niet momenteel. Prima. Maar hoe kom je als automerk van die troetelnaam af wanneer je nauwelijks de moeite neemt om aan binnenruimte te winnen. Nog altijd is de A-klasse niet bepaald ruim. Verre van zelfs. Minstens vijf hatchbacks zijn er te noemen die efficiënter gebruikmaken van een vergelijkbare voetafdruk. En sommige beschikken over veel oudere botten dan de A-klasse.
Mercedes heeft dus duidelijk de prioriteiten elders gelegd, wat overigens niet per definitie wil zeggen dat de nieuwe A extra leefruimte biedt. Dat is er namelijk wel (wat aangeeft hoe krapjes de vorige A-klasse wel niet was). De extra drie centimeter tussen de beide assen komen volledig ten goede aan de achterpassagiers. Zolang je niet al te lange benen hebt, zit je hierdoor net iets beter en natuurlijker op de achterbank.
Nog kleine kinderen? Dan hier een tip: mijd het optionele AMG-pakket. Daarmee verkrijg je namelijk zetels met vaste hoofdsteunen. Visueel heel fraai, maar allesbehalve handig in combinatie met autostoeltjes en de allerhande (slaap)standen waarin die gepositioneerd kunnen worden. Opmerkelijk dat Mercedes daar niet aan gedacht heeft bij hét model dat zich nota bene richt op jonge gezinnen. Daarnaast hebben we weleens comfortabeler meubilair meegemaakt. Alsof Spartaanse looks per se gepaard moeten zijn met een dito zit. Duitse gründlichkeit of persoonlijke voorkeur allicht?
De BYD SEAL U DM-i levert comfort en efficiëntie, met een actieradius van 1.080 km.
Rijd deze plug-in hybrid al vanaf €39.490,-
Wauw-factor
Ga dus vooral proefzitten in verschillende uitvoeringen. De ene A-klasse is namelijk de andere niet. Meer dan ooit tevoren zelfs. Om aan te geven hoe breed het spectrum is: er zijn slechts drie motoren beschikbaar, twee benzines en één diesel, maar de prijzen variëren van 30 tot 50 mille. Starttarieven hé. Ons testmodel, een A 200, tikt al met al een gewichtige € 51.684,- aan, maar valt desgewenst ook al te rijden voor ruim 35.000 euro. Katjing!“Weet je wat er rijmt op katjing? Precies, bling-bling.”
Weet je wat daarop rijmt? Precies, bling-bling. Want je kunt ervan vinden wat je wilt, er valt moeilijk te ontkennen dat Mercedes niet haar beste been heeft voorgezet om de (veeleisende) koper in te peperen met een ongekende pracht en praal. Nooit eerder werd de trukendoos zover opengetrokken in het C-segment. Sterker, zelfs de S-klasse moet buigen voor de visuele en technische moderniteiten van de nieuwe A.
Zo wordt elke A-klasse uitgerust met dubbele schermen, ook een eigenschap wat nog geen gemeengoed is. De diameter van de displays is afhankelijk van hoe diep in de buidel is getast. Ons model beschikt over de grootste – uiteraard. Elk 26 centimeter in diameter, maar het geheel oogt nog indrukwekkender vanwege de naadloze overgang tussen en afwerking van de twee breedbeeldschermen. En dan die turbineroosters. Volledig uit aluminium en voorzien van subtiele sfeerverlichting. De gebruikte pianolak, inmiddels een beetje op z'n retour weliswaar, is tevens van hoge kwaliteit. De fysieke knoppen, de weerstand van de draaiwieltjes en tuimelschakelaars precies goed. Het design van het dashboard – met al zijn verschillende lagen voor een 3D-effect – en uitgekiende mix aan materialen en reliëfs maakt het plaatje helemaal compleet. Wauw- en X-factor, de nieuwe A-klasse heeft ze beide. Klasse!
MBUX
De technologische motor achter al die visuele impact is het nieuwe MBUX-infotainmentsysteem, dat het hoogbejaarde COMAND vervangt. Eindelijk, want de A is immers de eerste auto in z'n klasse die niets meer van traditionele wijzertjes moet weten. Geheel in lijn met de beoogde doelgroep, de iPhone-generatie. Fysieke knoppen zijn tot een minimum beperkt, wat meteen een opgeruimde indruk geeft. Maar gelukkig is Mercedes niet van gister om te beseffen dat sommige functies nog altijd het fijnste werkt op de tast, zoals de klimaatregeling, de volumeregeling van de audio-installatie en de stoelverstelling.
Of MBUX is bevallen? Overwegend, en dat is niet zozeer Mercedes' schuld. Vanwege (of dankzij?) onze 'BFF' tegenwoordig, de smartphone, zijn we zo gewend geraakt dat alles achter een digitaal display ons een ongelimiteerde mate van informatieve vrijheid geeft. Maar dat is niet waar. MBUX kan hierin heel ver meekomen, wat ontzettend knap is van Mercedes, maar tegelijk verslikt het systeem zich bij vlagen in de eigen mogelijkheden. De hoeveelheid informatie die MBUX op de beide schermen kan toveren (en zowat alles heeft een ander kleurtje) is zo omvangrijk, dat het overkill kan worden. Ook het bladeren door de verschillende menu's is er hierdoor niet intuïtiever geworden. MBUX wil teveel. Wij als autokopers willen teveel. Maar toch vooral MBUX, dat zichzelf bovendien maar wat graag hoort praten. Te pas en te onpas sprong de Linguatronic-stembediening tijdens onze test aan.
“Het MBUX-infotainment wil teveel. Wij als autokopers willen teveel.”
Hoe zit het eigenlijk met de veiligheid?
Ja, ook dat wordt alsmaar belangrijk bij auto's, niet zelden noodgedwongen door steeds strengere eisen. Vooral met het oog op de 'zwakke' verkeersdeelnemers, zoals voetgangers en fietsers. Wel, op het in de inleiding aangehaalde akkefietje tijdens de Elandtest na heeft de A-klasse altijd al een uitstekend veiligheidsrapport. Vijf EuroNCAP-sterren in 2005. En weer in 2012. Reken er ditmaal ook maar op. Er werd immers nog meer aandacht besteed aan voetgangersveiligheid. Daarnaast werd ook structureel gezorgd voor een betere absorptie van botsenergie.
En dat is nog voor de A-klasse zijn troefkaart zal uitspelen. Dat zijn veiligheidssnufjes van wereldniveau. Een weliswaar nogal beladen term, maar die hier niettemin op z'n plaats is. Ze komen immers doorgesijpeld uit de S-klasse. We noemen onder andere autonome filefuncties, voetgangersherkenning en zelfs een snelheidsregelaar die op basis van camera- en GPS-data de rijsnelheid aanpast.
Of het allemaal perfect werkt kunnen we (gelukkig) niet bevestigen. Eén feature waar we wel vaker dan ons lief is mee te maken hebben kregen is de rijstrookassistent. Die staat schijnbaar standaard en stoïcijns afgestemd op 'gevoelig' waaraan je uiterst bruusk wordt herinnerd bij elke nieuwe rit. Het ingrijpen is zó heftig. Alsof een andere automobilist je zonet een ferme schouderduw heeft gegeven. In plaats van een ongeluk voorkomen, wordt het juist eerder veroorzaakt. Welke Mercedes-persoon heeft dit in vredesnaam in de maandagochtendvergadering geopperd?!
Het rijgedrag wel fijnzinnig?
Inderdaad, laten we het daar eens over hebben. Allereerst moet het volgende van ons hart: iedere auto die voor minstens een netto jaarsalaris in de boeken staat hoort een onderstel te hebben dat die positionering reflecteert. En dus geen torsie-achteras, maar een multilink-opstellling. Dat Volkswagen en recentelijk ook Ford het doen is al schrijnend genoeg, laat staan Mercedes-Benz.Want ja, ook dit zelf toegeëigende premiummerk trapt af met zo'n krenterige achtertrein. Het type dat de reputatie heeft niet altijd even prettig te filteren op ongelijke oneffenheden. Klim je hoger in de ladder van het leveringsgamma, hetzij door grotere motoren te kiezen of door een pakket met grotere velgen te nemen, dan krijgt de nieuwe A-klasse wel de geavanceerde multilink aangemeten. Mercedes zou hiervan op z'n minst rode wangen moeten krijgen. Anderzijds gebiedt ons relativeringsvermogen te schrijven dat dat prachtige interieur zich ergens moet 'terugverdienen'.
Afijn, het is wellicht een principekwestie. De meeste rijders zullen die goedkope achterwielophanging waarschijnlijk niet eens merken. Dat de nieuwe A-klasse comfortabel, stil en adequaat naar B beweegt en over een stel heel fijn te doseren remmen beschikt is ze allicht al goed genoeg. Geeft ze ongelijk. Kritische bestuurders daarentegen zouden weleens kunnen gaan mopperen op het feit dat de sportieve looks niet bepaald tot uiting komen in het rijgedrag.
De 1.3 liter viercilinder van de A 200 mag op papier dan wel 163 pk leveren en in 8,2 seconden naar de honderd spurten, in werkelijk voelt het hooguit als 140, maximaal 150 pk. Dit kan door de 7-traps automaat komen overigens, aangezien die transmissie zich nog weleens lui en twijfelachtig wil gedragen. Met name in stadsverkeer, bij ad hoc-situaties in het bijzonder.
Op de snelweg verdwijnt deze twijfelachtige eigenschap als sneeuw voor de zon en aanspreken doet ook de prettige, zeer natuurlijke besturing. Niet te zwaar, niet te licht, maar spot on. Dat je niet altijd weet wat de aangedreven voorwielen aan het doen zijn vergeet je al gauw. Ook op hoge snelheid is de stabiliteit voortreffelijk. Alsof je in een klasse (of twee) hoger rijdt. Maar voor een potje fanatiek sturen, nee, daarvoor moet je toch elders wezen. Vooralsnog, want een echte AMG zit nog in de pijplijn.