Tests

Eerste review Toyota RAV4 Hybrid

Wo. 23 jan 2019

‘No more boring cars!’, riep Toyota-topman Akio Toyoda enige tijd geleden uit. De vijfde generatie van de Toyota RAV4 moest dan ook spannender worden dan zijn voorganger. We reden de Japanse nieuwkomer met voorwielaandrijving in het achterland van Barcelona. Al onze ervaringen lees je in het maartnummer van Auto Review dat vanaf 28 februari in de schappen ligt. Voor nu alvast een korte indruk.

Wat is er zo opvallend aan de Toyota RAV4 Hybrid?

In de eerste plaats oogt de nieuwe RAV4 veel stoerder dan zijn bleekneuzige voorganger. Met z’n grote muil kijkt de nieuwe RAV4 een stuk dreigender de wereld in. En met z'n strakke lijnen rondom heeft-ie zijn verleidingskunsten verder aangescherpt. Ook opvallend aan de RAV4 Hybrid: de cilinderhoud van niet minder dan 2,5 liter. Volgens de ingenieur die wij spreken, werd een compactere motor met turbohulp te duur en te complex bevonden. Zo koos Toyota voor een ongeblazen viercilinder. Zoals gebruikelijk bij Toyota's hybridemodellen, werd het er eentje volgens het zuinige Atkinson-principe, maar dan wel met een flinke inhoud. Want naast zuinigheid wilde Toyota ook 'no more boring' prestaties.

Wat bevalt aan de Toyota RAV4 Hybrid?

Al rijdend valt vooral het veel aangenamere weg- en stuurgedrag op. Dat heeft een aantal oorzaken. In de eerste plaats is de carrosseriestijfheid er enorm op vooruitgegaan. In combinatie met de grotere wielbasis en de eveneens toegenomen spoorbreedte voelt de auto veel strakker aan dan voorheen. Zonder dat het veercomfort eronder lijdt. Tevens is het onderstel mooi stil. Een tweede sterk punt aan de nieuwe Toyota RAV4 is de overvloedige ruimte. Achterpassagiers die hun hoofd, benen of knieën niet goed kwijt kunnen, moeten bijna erelid zijn van de Vereniging van Lange Mensen.

Wat bevalt niet aan de Toyota RAV4 Hybrid?

Waar we niet enthousiast van worden, is het planetaire stelsel dat de krachten naar de wielen overbrengt. Toyota benadrukt dat rijplezier en sportiviteit hoog in het vaandel stonden bij de ontwikkeling van de RAV4. Maar de lawaaiige, onnatuurlijke manier waarop de motor in de toeren klimt als je de sportieve aspiraties wilt beoordelen, is nog altijd niet fijn. De prestaties (0-100 km/h in 8,5 seconden) zijn prima, maar de aandrijflijn weet ons liefhebbershart niet te raken. Daar helpt geen moedertjelief aan. Net zo min als de sportmodus en de schakelflippers aan het stuur. En caravan-fans opgelet: als je een sleurhut hebt die meer dan 800 kg weegt, ben je bij de voorwielaangedreven RAV4 Hybrid aan het verkeerde adres. De benzineversie (2.000 kg) en de Hybrid 4WD (1.600 kg) kunnen wél een fatsoenlijke aanhanger trekken.

Wanneer komt de nieuwe RAV4 en wat kost-ie?

We waren nog maar net uit Barcelona terug, of we zagen de nieuwe RAV4 al in de showroom bij de dealer op de hoek. De 2WD 2.5 Hybrid kost in de basisuitvoering 39.995 euro. Voor de vierwielaangedreven RAV4 AWD 2.5 Hybrid (vanaf mei leverbaar), ben je minimaal 44.695 euro kwijt. Behalve vierwielaandrijving krijg je dan een paar pk’s extra (222 in plaats van 218), een iets lager verbruik en een completere uitrusting. De gewone benzineversie staat ook al bij de dealer. Vanaf 34.995 euro mag je hem meenemen.

Wat vind ik zelf van de Toyota RAV4 Hybrid?

Knap dat Toyota zo’n forse SUV zo zuinig heeft gekregen. Zonder daarvoor ook maar de minste moeite te doen, haalden we met de 2WD een gemiddeld verbruik van 6,0 liter/100 km (1 op 16,7). In het vlakke Nederland moet je volgens mij redelijk dicht bij de fabriekswaarde (4,6 l/100 km, 1 op 21,7) kunnen komen. Dat is deels te danken aan de efficiënte traploze transmissie. Tegelijkertijd is die me een doorn in het oog. Wil ik me daar niet aan ergeren, dan moet ik bewust mijn rijstijl aanpassen. Prima, maar zo eindigt deze niet-saaie, fijn sturende auto door zijn wél-saaie transmissie alsnog vrij laag op mijn lijstje met favoriete SUV's.