Ford Focus ST

Hoe lang nog is GTI de meest klinkende uitvoering van een hot hatchback? Een coup wordt voorbereid. Andere weliswaar niet zo flitsende lettercombinaties en afkortingen kunnen elk moment toeslaan om het stokje over te nemen. Het gevaar loert. Dat gevaar heet ST. Van Ford.

De GTI-naam is ijzersterk, maar heeft het zwaar. Ooit bedacht door Volkswagen en later pas echt groot gemaakt door Peugeot, verliest de wereldberoemde, prestigieuze afkorting van Gran Turismo Injektion steeds meer terrein. ST van Ford is gewoon ST, al beweren sommigen dat het voor Sports Technologies staat. Duidelijkheid hierover is er niet. Het doet er ook niet toe. Het gaat om de bagage die de letters met zich meebrengen. Over bagage gesproken. De Ford Focus ST is er ook als ruimere Wagon. Niet verwarren met de Spaanse stationvarianten van Seat! Zal wel niet gebeuren, want de Focus Wagon ST is nogal uniek in zijn soort. Enkel van Skoda weten we dat zij ook heetgebakerde stationwagens bouwen.

Bodemvis
Hoewel extra opbergruimte altijd handig is, moet je de Focus ST hebben als korte vijfdeurs. Hoe anders rechtvaardigt de beladen term hot hatch zich?! Bovendien oogt de snelste Ford van dit moment zonder de volumineuze kont van de Wagon gespierder en daardoor mannelijker. Beide carrosserievarianten zijn hoe het ook zij onmiddellijk te herkennen als snelle ST. Het speciaal ontworpen front met prominent daarin de grote gapende zwarte grille doet ons enigszins denken aan een bij voorbaat weinig smakelijke, wroetende bodemvis. Toch – om in dezelfde strekking verder te gaan – hapt de Focus ST er wel lekker mee. Voor de vormgeving van de centrale uitlaat, dat onderdeel uitmaakt van de eveneens aangedikte achterzijde, heeft Ford zich gekscherend laten inspireren door de futuristische ruimteschepen uit Star Wars. Om de bewuste ontwerpers in bescherming te nemen hadden we je graag verteld dat dit een broodje aap was, maar niets is minder waar. Gelukkig neemt de Focus ST zich wat uiterlijk vertoon betreft (en prestaties, maar daarvoor later meer) wel serieus en dat is het voornaamste. Ook de exclusieve lakkleuren mogen er zijn, evenals hun benamingen Tangerine Scream, Red Race en Spirit Blue.

Specials! Waar?
Zo uitnodigend het exterieur, zo afstandelijk is het interieur. Binnenin trakteert Ford potentiële kopers nauwelijks op ‘specials’ waardoor deze acuut uit hun stoel opstaan. Iemand voorafgaand geblinddoekt in de Focus ST laten plaatsnemen en hem daarna bevrijden zijn zicht teruggeven zou enkel uitmonden in de reactie dat zo’n Focus tegenwoordig keurig is afgewerkt, want dat is -ie. Een enthousiaste “wauw!” zal hoogstwaarschijnlijk uitblijven. Tenminste, als de persoon in kwestie vaker een moderne (hot) hatchback van dichtbij heeft meegemaakt.
Nee, de hint in een bijzondere Focus te zitten komt jammer genoeg alleen van achteren. Via je zenuwstelsel wordt je ingefluisterd dat je wel heel erg gegoten zit. Slechts een blik opzij, in de richting van je ribbenkast, en je krijgt het antwoord waarom. “RECARO” prijkt er met gekleurd garen pal bovenop de wangen van de zwaar geprofileerde en fantastisch inklemmende sportzetels. Meer over in welke Ford je bent beland krijg je zodra je je volledig omdraait. Maar ook het eveneens geborduurde “ST” zie je normaliter niet, simpelweg omdat je met je derrière bovenop deze wel degelijk belevingsverhogende details zit.

Lijzig ontwaak
De schoonheidsfoutjes zijn de Focus ST al gauw vergeven zodra je ermee gaat rijden. En dan bedoelen we ook echt rijden, dus waarbij ondertussen het gaspedaal diep wordt ingetrapt en het stuurwiel gretig en veelvuldig om zijn as draait. De reden dat we dit schrijven is omdat er na het indrukken van de start-knop nog vrij weinig gebeurt, zeg maar gerust niets. Geen opzwepende brom, zelfs geen kortstondig verhoogd toerental. Niets. Geen teken dat verraadt dat deze Ford in een vlotte 6,5 seconden naar 100 km/h kan snellen, en bij een blijvend vloerende rechtervoet op 2 km/h na de respectabele top van 250 km/h bereikt.
Het gemis van de 5-cilinder is nu al groot. Dat 2.5 liter blok, dat in de vorige Focus ST huishield, werd wakker met een grom en een huil, om daarna nooit meer op te houden met blaffen totdat je hem het zwijgen oplegde door de contactsleutel tegen de klok in te draaien. Koest! Het was zo’n humeurige, lekker bruuske motor waarbij de metertjes voor oliedruk, olietemperatuur en turbodruk bovenop het dashboard naast mooi zijn elk ook een waarschuwingsfunctie hadden. Rood is fout. En fout ging vaak maar net goed. Dan de tweeliter Ecoboost in de nieuwe Focus ST. Die hoor je niet. Die voel je niet. En, wanneer je je neus pal achter de uitlaatmond zou houden, zou je hem waarschijnlijk ook niet ruiken. Althans, een stuk minder sterk. De gemiddelde CO2-uitstoot ten opzichte van zijn voorganger is namelijk gedaald tot 169 g/km. Ook het verbruik valt aanzienlijk gunstiger uit, namelijk 7,2 versus 9,3 l/100 km.

Mak lammetje
Hoe verdrietig ook, we zullen ermee moeten leven dat de memorabele, maar zeer dorstige 5-cilinder van Volvo nooit meer terug zal keren in een Ford. Toch moet je Ford´s grootste viercilinderturbo niet uitvlakken. Met 250 pk levert hij meer vermogen af dan zijn voorganger (225 pk) en ook het maximumkoppel vloeit rijkelijker met 360 Nm (was 320 Nm). Dat alles wordt nog wederom enkel op de voorwielen losgelaten. Zonder het geavanceerde, maar kostbare RevoKnuckle-systeem is zoveel vermogen tegen de grens van het zinvolle aan, maar om aandrijfreacties alsnog tegen te gaan heeft Ford een nieuw stuursysteem ontwikkeld, Torque Steer Compensation genaamd. Zoals de treffende benaming al zegt gaat het aandrijfreacties in het stuur tegen door compenserende stuurbewegingen. Dit proces voltrekt zich volledig op de achtergrond, maar het systeem verstaat zijn functie wel degelijk. Het volledig elimineren van het ´sjorrende´ koppel – dat niets liever wil dan het stuurwiel uit je handen rukken – doet het niet, maar daar zijn wij niet rouwig om. Het is juist hierdoor waardoor je het gevoel krijgt dat de Focus ST geen mak lammetje is.

Geraffineerd
Naast Torque Steer Compensation heeft Ford de Focus ST nog zoveel andere elektronische ´dwangbuizen´ meegegeven, dat onbeschoft hard rijden uiterst gemakkelijk kan zonder meteen de veilige grenzen te overschrijden. Het ESP volledig uitschakelen is mogelijk door de bewuste knop minstens vijf seconden in te drukken, maar wij raden aan dit alleen op het circuit te doen. Want waarom zou je op de openbare weg de laatste helpende hand de deur wijzen als de middelste ESP-stand de teugels al genoeg laat vieren om flink lol te beleven met de ST? Pas als deze Wide Slip-modus van mening is dat je als bestuurder de natuurlijke wetten tart, grijpt het ESP in, en dat heel geraffineerd zonder de vermogenskraan ineens volledig dicht te draaien.
Subtiel is ook de krachtopbouw van de motor en de vermogensband ongekend breed. In de vierde versnelling optrekken verloopt zonder nukkig gedrag. Niet telkens doen natuurlijk, maar het geeft wel aan hoe bruikbaar het bereik van de 2.0 Ecoboost is. Het maakt de Focus ST ook tot een prima auto voor iedere dag, al had het onderstel daarvoor ietsje vergevingsgezinder mogen zijn. De Ford haalt met recht het predicaat ‘stuiterbak’ van stal. Anderzijds geeft de stevige demping zeer veel vertrouwen als het hard gaat. Ook het nieuw ontwikkelde, variabele Sport Steering System werkt daarin mee. Dit systeem is hét bewijs dat het de goede kant opgaat met elektronisch geregelde besturing. In rechtuitstand is de bekrachtig relatief sterk (wat prettiger is op de snelweg), maar zodra je verder instuurt zwakt dit af en neemt de feedback significant toe. De wielstand kun je dan met je neus aanwijzen en zo hoort het bij een hot hatch. Zo´n scheermes als de Renault Mégane RS met Cup-chassis is de Focus ST weliswaar niet, maar Ford bewijst eens te meer dat de GTI-naam zijn plek binnen de kortste keren moet afstaan.
Redactie
Door Redactie

Voor jou geselecteerd

Wekelijks autoplezier in je mailbox?

  • ✓ Mis geen belangrijk autonieuws
  • ✓ Exclusieve verhalen alleen voor jou
  • ✓ Speciale kortingen en acties