Allard Kalff, razende F1-reporter: "Mijn carrière hangt van toevalligheden aan elkaar"

Allard Kalff, razende F1-reporter: "Mijn carrière hangt van toevalligheden aan elkaar"

Mijn oudste zoon is een fervent Formule 1 volger. Hij weet dus dat Allard Kalff al heel lang autoprogramma’s presenteert. Dat hij ook autocoureur is, was mijn zoon totaal onbekend. Ik wist dat wel, want hebben bij hetzelfde bedrijf autoprogramma's gepresenteerd. Tijd voor een reünie.

In het gezelschap van het piepkleine, gehoorzame schoothondje Funky wacht Allard mij op in een eetcafé in Abcoude. Allard Kalff: “Zandvoort is mijn oude woonplaats. Lekker dicht bij het circuit. Maar ik ben hier in deze omgeving opgegroeid, dus nu woon ik weer hier. Vanaf mijn twaalfde woonden wij in het huis van mijn grootouders in Loenersloot. Daar ontstond ook mijn belangstelling voor het racen."

"Mijn vader was een echte techneut en een racesport-enthousiasteling. Hij heeft met zijn jongste broer ooit een kart gekocht, maar dat werd niet veel. Toen ik 11 jaar was, nam hij mij voor het eerst mee naar de Formule 1-race op Zandvoort. Dat maakte een verpletterende indruk. Vanaf dat moment wilde ik autocoureur worden. Ondanks het verschrikkelijke feit dat in die betreffende race Roger Williamson voor mijn ogen verbrandde in zijn racewagen. Ik weet nog goed dat ik daar zó ziek van was dat ik op de terugweg heb overgegeven. Toch wilde ik van geen wijken weten. Nu willen heel veel jongetjes autocoureur worden, maar wat mij hielp, was dat ik de steun van mijn familie kreeg. Ik leef misschien wel het leven waar mijn vader stiekem van droomde."

500 gulden

"Op mijn zestiende ging ik eerst een racecursus doen. En toen ik eenmaal mijn rijbewijs had, kon ik echt gaan racen. In die tijd kocht je voor niet al te veel geld een raceauto en daar gingen we. Mijn jongere broer was de monteur en ik ging rijden. Er werd een set banden gekocht en daar deden we dan vijf races mee. Je gaf nog wat geld uit aan remblokken en aan benzine en startgeld. In een weekend waren we misschien 500 gulden kwijt. Mijn vader en oom zorgden voor sponsors en zo werd dat racen een soort familieproject. Totdat ik naar Engeland vertrok."

Platzak terug

“Een raceteam in race-paradijs Engeland zocht een racer die zelf ook wat kon sleutelen. Betaald kreeg ik niet. Ik had wat gespaard en wat geleend en ik had een bescheiden sponsortje. Maar veel had ik ook niet nodig. Ik woonde in een appartementje van 300 pond in de maand en gaf verder weinig uit. Zo heb ik het wel een tijdje uit kunnen zingen. Maar op een gegeven moment was het geld toch echt op. Dus toen ging ik platzak terug naar mijn oude woonplaats Loenersloot. Mijn vader had altijd gezegd: 'Probeer je dromen waar te maken, maar als het mislukt, staat er thuis altijd een bed en een pan met pap.' Mooi hè? En zo moest ik opnieuw beginnen."

Coureurs zijn niet op hun mondje gevallen

"Het verschil tussen autocoureurs en andere sporters zoals voetballers? Je moet over goede contactuele eigenschappen beschikken. Het niet altijd even makkelijk om geld voor jezelf te vragen. Maar je móet wel. Als je het niet doet, kom je niet ver. Dat succesvolle autocoureurs over het algemeen minder op hun mondje zijn gevallen dan bijvoorbeeld voetballers, heeft daarmee te maken. Bij het vak van autocoureur horen een aantal vaardigheden die verder gaan dan alleen zo snel mogelijk een bocht in- en uitsturen. Goed communiceren bijvoorbeeld. Je moet je monteurs tot in detail kunnen uitleggen wat je aan de auto voelt. Daarnaast moet je ook nog eens je eigen PR kunnen verzorgen. Dat lukte mij best aardig. Ik heb er min of meer van kunnen leven en dat was altijd mijn ultieme droom. Hartstikke mooi toch, dat je met een beetje laat remmen in je eigen levensonderhoud kan voorzien?“

Commentaar bij kunstrijden

"In 1989 waren een zekere Martin Cohen en Henk Krop vanuit Engeland een nieuwe Nederlandse sportzender aan het opzetten: Sportnet. Zij zochten een autosportcommentator die in Londen wilde wonen en redelijk Engels sprak. Per toeval noemde iemand mijn naam en even later zat ik daar samen met vier andere commentatoren. Dan nam je ook wel eens een klus van elkaar over. Dus behalve alle auto- en motorsportwedstrijden deed ik soms ook wel het commentaar bij golftoernooien, baseballwedstrijden, of zelfs kunstrijden op de schaats. Daardoor kwam de racerij een beetje stil te liggen, dus ging ik toch weer terug naar Zandvoort."

Ruzie met Bert

"In 1992 belde Olav Mol op of ik iemand kende die lokale achtergrondinformatie had over de Grand Prix in Zuid-Afrika. Ik belde een vriendje daar en die zei meteen: 'Allard, bel me terug over 10 minuten.' Een kwartier later kreeg ik een prachtige baan aangeboden bij Eurosport. Wederom puur toeval! Deed ik ineens het commentaar Formule 1 op tv in het Engels. Omdat ik dat deed, steeg mijn naamsbekendheid en werd ik als rijder ineens weer interessant voor raceteams. Zo heb ik drie jaar voor Renault gereden. Daarna ben ik overgestapt naar Mitsubishi. Dankzij mijn inmiddels bekende kop kon ik in Engeland met een GT-auto racen."

"Maar toch, racen werd steeds meer bijzaak, want vanaf 1995 werd ik pits-reporter bij RTL. En van een autoracer die soms tv-commentaar deed, werd ik sportcommentator die soms zelf ook meedeed. Dat tv-werk bleef maar groeien. Ik had een interview gedaan in de Veronica-gids, waarin ik had gezegd dat ik wel eens een autoprogramma zou willen presenteren. Diezelfde week belt Michael Pilarczyk en die vraagt of ik dat serieus meende. Hij had net ruzie gekregen met Bert van der Dool en zocht per direct een nieuwe presentator. Zo begon ik bij RTL Autowereld en nu ook bij RTL Transportwereld. Mijn hele carrière hangt dus eigenlijk van toevalligheden aan elkaar.”

Te wisselvallig

“Nee, het ultieme doel om Formule 1-coureur te worden heb ik niet gehaald, maar dat betekent allerminst dat mijn leven is mislukt. Ik heb een leven als autocoureur achter me en dat is het mooiste dat ik had kunnen wensen. Ik denk dat ik het met mijn inzicht en autobeheersing wel had kunnen bolwerken in de Formule 1. Maar hoogstwaarschijnlijk was ik niet goed genoeg. Want autoracen is veel meer dan sturen en laat remmen. Niet goed genoeg zijn is onder andere niet in de goede auto terechtkomen. Ik was misschien ook te wisselvallig. De ene keer was ik niet bij te houden, de andere keer zakte ik door het ijs. Je motivatie, je instelling en hoe je omgaat met prestatiedruk is uitermate bepalend voor je succes. En iemand die je coacht. Wat dat betreft was de leeromgeving van Max Verstappen dankzij zijn vader Jos ideaal. Maar ik ben supertevreden, want ik verdien mijn brood met wat ik mijn hele leven al het leukste vind om te doen.”

Redactie
Door Redactie

Voor jou geselecteerd

Wekelijks autoplezier in je mailbox?

  • ✓ Mis geen belangrijk autonieuws
  • ✓ Exclusieve verhalen alleen voor jou
  • ✓ Speciale kortingen en acties