Je raadt nooit van welk merk dit bijna vergeten sportwagentje is
Zweedse auto's kenmerkten zich jarenlang door een haast obsessieve aandacht voor veiligheid. Voorzichtigheid hoort kennelijk bij de volksaard van de Zweden. Toch hebben ze ook een avontuurlijk Viking-randje. Dat bewijst de bijna vergeten Saab Sonett.
Volvo kwam in 1956 een sportwagen met de naam P1900. In 1961 werd hij opgevolgd door de kwalitatief veel betere P1800. Ondanks het relatieve succes bleef dit sportmodel een buitenbeentje in de showroom van het keurige-mensenmerk. Het eigenzinnige Saab ontwikkelde in dezelfde periode eveneens een sportwagentje dat als een vreemde eend door de rest van het modellengamma heen wandelde. Je moet een beetje een autokenner zijn, anders heb je er nog nooit van gehoord: de Saab Sonett.
Ik neem mij voor om in contact te komen met een of meerdere eigenaren van een Saab Sonett. Dan lees ik dat de Saab Club Nederland (2600 leden!) dit jaar precies 65 jaar bestaat. Dat wordt gevierd in het Bomencentrum van Volvo-verzamelaar Hans Blokzijl in Baarn. Daar zullen toch wel een paar Sonetts te vinden zijn lijkt me.
Nieuwe auto kopen? Bij Interpolis kun je nu kiezen uit een uitgebreide autoverzekering of een basis autoverzekering.
Herkomst modelnaam
Wanneer ik het terrein op rijd, kan ik nergens een parkeerplekje vinden want overal, letterlijk overal, staan Saabs geparkeerd. Ik heb nog nooit zoveel Saabs bij elkaar gezien. Vlak nadat ik uiteindelijk een min of meer legale parkeerplek heb veroverd, is de eerste die ik tref, collega-redacteur Gert Wegman van Auto Review. Zelf een Saab-liefhebber. Van hem hoor ik dat er een mooi verhaal gaat over de herkomst van de naam Sonett.
Saab gebruikte in de naamgeving altijd cijfers, in latere jaren soms in combinatie met een liggend streepje of een letter X. Behalve voor deze sportieve tweezitter. Ik dacht altijd dat de Sonett was vernoemd naar de ouderwetse dichtvorm waar Shakespeare goed in was; het sonnet. Dat blijkt niet het geval, al zou het door Saab-ontwerper Rolf Mellde bedachte sportautootje met Saab 93-techniek de modelnaam '94' krijgen.
De lichtgewicht roadster werd in het diepste geheim in een schuur bij het Zweedse dorp Åsaka in elkaar geknutseld, en bij het zien van het eindresultaat zou één van de collega's - vrij vertaald - hebben uitgeroepen: “Wat een schoonheid!” In het Zweeds is dat “Så nätt!” Intern werd de auto in het vervolg steeds zo genoemd, later werd de naam ook commercieel toegepast. Alleen dan met een gewone letter 'o' voor die gekke Zweedse 'å’ en een ‘e’ in plaats van de ä.
57 pk, 200 km/h
De Saab fabriek had hoofdontwerper Sixten Sason de lijnen van een kunststof carrosserie laten tekenen. Een jaar later presenteerde Saab het resultaat onder de naam Saab 94 op de autobeurs in Stockholm. De auto is dan voorzien van de tweetaktmotor die Saab ook gebruikte in de 93. Die driecilinder was slechts 750 cc groot en produceerde een bescheiden 57,5 pk. Maar de auto woog nog geen 600 kilo en dat resulteerde in een spectaculaire topsnelheid van tegen de 200 kilometer per uur.
Auto nummer 1 werd met volledig de hand gemaakt en tevens gebruikt om de mallen mee te maken voor de serieproductie van de Sonett I/Saab 94. Deze mallen werden echter maar vijf keer gebruikt. Want helaas zijn er in plaats van de geplande 2000 stuks, slechts zes exemplaren van de Sonett I gebouwd. De regels voor de verschillende raceklassen waar Saab de auto in wilde laten meedoen, waren ineens in het nadeel van Saab veranderd. De hele marketingstrategie viel daarmee in duigen en na wat gesteggel trok de fabrikant de stekker uit het project. In plaats daarvan ging Saab een sportieve versie van de 93 aanbieden. Van de oorspronkelijke zes Saabs Sonnet I zijn er nog altijd vijf over.
Saab Sonett II
Na het debacle van de Sonett I zou je geen vervolg verwachten. Maar Saab is in de jaren zestig actief op de Amerikaanse markt en die is uiterst gevoelig voor eyecatchers zoals sportwagens. Dus kwam Saab in 1966 op de proppen met een Sonett II (type 97). Deze keer geen roadster, maar een tweepersoons coupé waarvan de carrosserie wederom van met glasvezel versterkte kunststof was gemaakt. De motorkap kon in zijn geheel scharnieren om overal makkelijk bij te kunnen. De bagageruimte was veel minder handig in gebruik; die via een klein verticaal luikje juist heel slecht bereikbaar.
De Sonett II was aanvankelijk uitgerust met de 60 pk sterke tweetaktmotor, maar dat zou spoedig veranderen. Net als in de Saab 96, kwam er een V4 van Ford in te liggen, die deze motor gebruikte voor de Taunus 12M en 15M. De modelnaam veranderde toen pas officieel in Saab Sonett V4. Die versie was herkenbaar aan de bobbel in de motorkap die nodig was om de grotere Ford-motor te kunnen huisvesten. Die bobbel zat ietwat aan de passagierskant om het uitzicht van de bestuurder niet te verstoren. Autojournalisten, en ook mensen binnen Saab, waren destijds allesbehalve enthousiast over deze vreemde uitstulping. Nu is het juist weer een charmant detail. Er werden in totaal 1868 Sonett II’s gemaakt.
Saab Sonett III
In 1970 is de Sonett II technisch en visueel gedateerd en vraagt Saab de Italiaan Sergio Coggiola om op het onderstel van de Saab 96 een derde versie van de Sonett te tekenen. Dat doet hij, maar hij houdt zich niet aan zijn opdracht en maakt de auto veel te breed. Saab verandert daarna zoveel aan het ingeleverde ontwerp dat de naam Coggiola als ontwerper van de Sonett III zo goed als wordt uitgewist. Deze derde generatie krijgt in plaats van de gebruikelijke stuurversnelling eindelijk een sportief pookje op de vloer. En hij krijgt de pop-up koplampen zoals we die kennen van de Opel GT en Chevrolet Corvette uit die tijd.
Het eindresultaat is een sportautootje dat in de verte wel iets wegheeft van het kleine broertje van de Datsun 240Z. Of ... beter gezegd; de Datsun lijkt op de Saab want die was er eerder. Hoewel dit de meest gebouwde Sonett generatie is, meer dan 10.000 stuks, zie ik er op de verjaardag van de Saab-club in Baarn maar twee staan. Een felgele en een appelgroen exemplaar. Wel echt jarenzeventig-kleurtjes.
Oudste Saab-club ter wereld
Merlijn Kalkman is de voorzitter van de oudste Saab Club ter wereld wereld; jawel, Saab Club Nederland. “In 1959 is de club begonnen met een paar mensen die een indertijd nog onbekende Zweedse auto hadden gekocht. In Nederland is de officiële import begonnen met de Saab 93. Die kwam uit in 1955. Enkele landgenoten hadden wel een 92, maar dan zelf geïmporteerd uit Zweden", legt Kalkman uit.
"Als mensen eenmaal een Saab hadden aangeschaft, dan bleven ze het merk vaak rijden. En als ze voorbij het punt zijn dat je alleen een auto nodig hebt voor je vervoersbehoefte, dan kopen ze er een of meer bij. Daar ben ik zelf ook een voorbeeld van. Ik heb een Saab 92 uit 1954; als non-techneut heb ik er zeven jaar over gedaan om hem te restaureren. Ik heb een Saab 96 Monte Carlo waar ik rally’s mee rijd. Ook nog een 9000 die ik als amateurmonteur aan de praat heb gekregen. Als dagelijkse auto gebruik ik de 9-5 NG. De Victor Muller-auto, zeg maar. In de zomermaanden gebruik ik liever mijn klassieke modellen. Waaronder een Sonett II en III. Vooral die laatste vind ik een schitterend ontwerp met die ietwat schuin afgehakte achterkant.”
Dan blijkt dat Merlijn Kalkman een verzameling van maar liefst 18 Saabs heeft. Die wil ik in de toekomst graag een keer met eigen ogen zien! En natuurlijk doen we daar dan hier verslag van.
Nieuwe auto kopen? Bij Interpolis kun je nu kiezen uit een uitgebreide autoverzekering of een basis autoverzekering.