Hoe bestuur je een brandweerauto? Bavo Galama maakt zijn droom waar
Als de brandweer eraan komt met sirene en zwaailicht, dan gaat iedereen onmiddellijk aan de kant. En zo’n imposante brandweerwagen besturen, welk kind droomt daar nu niet van? Als volwassene die droom waarmaken kán, maar daar komt meer bij kijken dan je denkt.
Brandweerman; het stond jarenlang onbetwist nummer 1 op het lijstje antwoorden als je jongetjes vroeg wat ze later wilden worden. Een brandweerman is een held die baby’s en knappe kleuterleidsters redt uit brandende huizen en zielige katjes uit hoge bomen. Wil je als volwassenene ook nog steeds achter het stuur van een blus- of ladderwagen plaatsnemen? Dan is de kans groot dat je terechtkomt bij Klaas Pit, senior rij-instructeur bij de brandweeropleiding Bogo. Klaas vertelt ons wat je allemaal moet doen om daadwerkelijk te gaan als de brandweer.
Tesla in de sloot
Om achter het stuur van een brandweerwagen te mogen plaatsnemen, heb je om te beginnen een vrachtwagenrijbewijs nodig. Maar daarmee ben je er nog lang niet. Je moet ook nog brandweerman zien te worden. Daarvoor is het van belang om te weten dat er in Nederland twee soorten brandweerkorpsen bestaan; de beroeps- en de vrijwillige brandweer.
Nieuwe auto kopen? Bij Interpolis kun je nu kiezen uit een uitgebreide autoverzekering of een basis autoverzekering.
Ik maak de fout om de eerste groep de professionele brandweer te noemen. Klaas Pit corrigeert me onmiddellijk: “Pas op! Dat ligt gevoelig, hè! Vrijwillige brandweerlieden kunnen precies zo professioneel zijn als de beroepsmensen! Ze krijgen in principe ook dezelfde uitgebreide opleiding. De brandweer wordt behalve voor het blussen van branden voor van alles en nog wat ingezet. Je moet EHBO kunnen toepassen, ontsnapte dieren vangen, verstand hebben van chemicaliën, vluchtroutes in openbare gebouwen en brandbare stoffen. En tegenwoordig moet je ook weten wat je moet doen als een Tesla met volle accu’s in een sloot terechtkomt."
Auto's opensnijden
Maar we doen even en stapje terug. Want het begint allemaal met een sollicitatie bij een regionaal brandweerkorps. Dat kan met een doorsnee vmbo-diploma. Klaas Pit: "Als zo’n korps wat in je ziet, krijg je een mentale en fysieke keuring en als je die doorkomt, dan volgt de opleiding. Eerst wordt je manschap. Daarna kun je verder om bijvoorbeeld duiker te worden, of bevelvoerder. Of chauffeur. Die opleiding wordt door het korps betaald. Ben je toevallig al in het bezit van je vrachtwagenrijbewijs, dan heb je wel een streepje vóór als je graag chauffeur wilt worden op een blus- of ladderwagen. Dan hoeft het korps dat niet meer te betalen. Die opleiding vindt onder andere hier plaats maar dan alleen voor de korpsen uit de zes veiligheidsregio’s uit Gelderland, Overijssel en Flevoland."
Het grote verschil tussen beroeps-, en vrijwilligerskorpsen is het aantal uitrukken. Bij een klein korps in een kleine gemeente kan het zijn dat ze maar drie keer per jaar hoeven uitrukken. Dat maakt een voortdurende bijscholing en training noodzakelijk. Terwijl een beroepskorps in een grote stad elke dag wel enkele incidenten heeft.”
Bij aankomst krijg ik een mooi praktijkvoorbeeld mee van wat die trainingen zoal inhouden. Op het achterterrein van het BOGO-gebouw waren studenten druk bezig met auto’s opensnijden die ondersteboven acteerden dat ze zojuist ernstig verongelukt waren.
Simulator
Vroeger waren het vooral jongetjes die ervan droomden om bij de brandweer te gaan, maar dat is tegenwoordig wel anders. Klaas: “We hebben nu soms wel 80 procent meisjes in de basiscursussen. Dat is heel opvallend. Dit zijn nieuwe tijden. Maar mooi toch?" Zeker mooi, maar welke vaardigheden en technieken heeft een chauffeur nodig om zo’n zware brandweertruck zo snel mogelijk door het verkeer te loodsen? “De rijopleiding bestaat uit een deel wetskennis, een slipcursus en praktijklessen achter het stuur. Maar een deel van deze praktijklessen vindt plaats in een simulator. Als we die niet hadden, moesten we voortdurend oefenen in Zwolle en omgeving. Dan veroorzaak je een hoop overlast. Je moet vooral oefenen om te rijden met zwaailicht en sirene, natuurlijk. Prio 1 noemen we dat. Er is ook nog Prio 2, dat is zonder OGS - optische en geluidssignalen. Dan heb je als brandweer wel vrijstelling om gebruik te maken van busbanen, verdrijvingsvlakken en nog wat zaken."
De kandidaten moeten vanwege die speciale vrijstellingen een apart theorie-examen halen. Voorrangsvoertuigen gaan met hoge snelheid door het verkeer heen. Zware voertuigen mogen maximaal 20 kmh sneller dan toegestaan. Lichtere voertuigen 40 km/h. Dat is nogal een verantwoordelijkheid. "Mocht er een ongeluk of aanrijding plaatsvinden tijdens een Prio 1- of Prio 2-rit, dan ben je als chauffeur automatisch onmiddellijk verdachte. Vergelijk het met een politieagent die zijn dienstwapen gebruikt. Dan volgt er ook onmiddellijk een onderzoek. Er zijn ook wel gevallen bekend dat de chauffeurs fouten hebben gemaakt, te hard reden bijvoorbeeld, en werden veroordeeld tot taakstraffen."
Een ander voordeel van werken met een simulator is dat je een rit helemaal kunt terugkijken. Je kunt elke verkeerssituatie ook even stopzetten en met zes leerlingen tegelijk bespreken. "Het mooie is dat we onlangs een nieuwe, veel grotere simulator hebben besteld, dat is een hele verbetering. Daar verheugen we ons al op!”
Rust aan boord
Directeur Herry Ester schuift aan bij ons in de kantine. Niet zonder reden. Afkomstig uit het onderwijs en Defensie wil hij alle cursussen die BOGO aanbiedt zelf hebben doorlopen. Ook die van brandweerchauffeur. Daarom komt hij zich bij Klaas Pit melden voor een verplichte bijscholingsrit. Een echte.
Herry Ester: “Je kan niet alles in de simulator doen. Van belang is om te weten dat de brandweerlieden achterin zich tijdens de rit moeten ‘aankleden’. Iemand achter het stuur die als een wildeman door de stad crosst verhindert dat de manschappen goed voorbereid bij de brand aankomen. De manschappen moeten daarnaast ook nog de instructies van de bevelvoerder opnemen en begrijpen. Dus ook binnen in de brandweerwagen moet er een bepaalde rust zijn." KLaas: “Daarom leer ik mijn cursisten ook het zogenaamde ‘lijnen rijden’. Dat ken je misschien wel uit de racerij. Hoe minder bochten je maakt, hoe minder wrijving, des te sneller ben je op je bestemming. We laten het je zo wel zien als we gaan rijden.”
De moeder aller ritten
Om mee te mogen rijden moet ik ook een brandweerjas aantrekken. Het publiek moet denken dat we op weg zijn naar een min of meer ernstig incident. Dat zijn we niet, maar dit soort lesritten zijn natuurlijk even noodzakelijk. En de realiteit moet zo dicht mogelijk benaderd worden. Wanneer we eenmaal rijden met zwaailicht en sirene, zie ik andere verkeersdeelnemers alle mogelijke moeite doen om ruimte te maken. Ik voel me enigszins bezwaard en een beetje een oplichter. Van de andere kant krijgt directeur Herry Ester onderweg serieus les van Klaas Pit. Daarmee zou hij op een dag als vrijwilliger zomaar levens kunnen redden. Terwijl wij ons met gillende sirenes door de stad heen worstelen, groeit mijn bewondering voor de kennis van Klaas Pit met de minuut. Hij gidst zijn directeur met belachelijk effectieve instructies en tips door het verkeer.
Dé toverspreuk van de dag is: 'ruimte maken voor jezelf'. Het is verbazingwekkend knap hoe Klaas Pit het verkeer om ons heen weet te manipuleren. Een ander woord is er niet voor. Soms laat hij Ester even op de verkeerde weghelft rijden en zo brengt hij het verkeer op de naderende kruising tot stilstand. Op die manier kunnen we makkelijk linksaf slaan. Hij zorgt er ook voor dat Ester altijd veel afstand houdt tot een voorligger nadert. Ook bij een rood verkeerslicht.
Klaas: "Het is van belang om mensen de tijd te geven om te reageren. Uit onderzoek blijkt dat verkeersdeelnemers pas acht tot twaalf seconden na het zien van een blauw zwaailicht in staat zijn om te reageren. Je moet mensen die ruimte geven. Om hun auto even in de berm te parkeren bijvoorbeeld. Of zich eventueel te realiseren dat ze het beste stil kunnen blijven staan zodat wij er makkelijk omheen kunnen.”
Paniek!
Wat mij opvalt aan de andere verkeersdeelnemers is dat sommigen een verbazingwekkend goed ruimtelijk inzicht blijken te hebben. Anderen maken er in hun paniek een potje van. In hun haast weg te komen, versperren ze juist de boel. Op een brug rijden wij op de drukke rechterrijstrook. Dan zet een witte bestelwagen zijn auto stil op de linkerstrook en creëert voor ons daarmee ineens een zee van ruimte in de baan vóór hem. Hulde!
Voorin zijn cursist en instructeur voortdurend bezig de situatie voor hen in te schatten. Vooral rust brengen in de verkeerssituatie, is van belang, maar ook duidelijkheid. De nadering van blauwe zwaailichten veroorzaakt automatisch kennelijk bij de meeste mensen een milde of ernstige vorm van paniek. Iedereen staat onmiddellijk op scherp. En het is de taak van de brandweerchauffeur om rust te brengen in de situatie. De chauffeur straalt met zijn rijgedrag eigenlijk uit: nee, ik jaag je niet op. Nee, je krijgt van mij de tijd op een oplossing te vinden. En als die er niet is, dan blijf ik even rustig achter je aan rijden. Less is more zeggen ze soms. Rust is sneller. Dat geldt voor op het circuit en op de weg. Dan ga je uiteindelijk als de brandweer.
Nieuwe auto kopen? Bij Interpolis kun je nu kiezen uit een uitgebreide autoverzekering of een basis autoverzekering.