Mateloos populair

Mateloos populair

We gaan terug naar het jaar 1961! Het jaar waarin John F. Kennedy geïnaugureerd wordt als de 35ste President van Amerika, een Boeing 707 van de voormalige nationale luchtvaartmaatschappij van België - Sabena - neerstort nabij het vliegveld van Brussel en het Verdrag van Antarctica in werking treedt. 1961 is tevens het geboortejaar van de Renault 4.

Wie is er - geboren voor 1980 - geen betere automobilist mee geworden? Wij niet – onze eerste leerzame kilometers maakten we in de Renault 5. Acht miljoen anderen wel. Een productieaantal dat nog altijd goed is voor een top-10 notering in de lijst van ‘meest verkochte auto’s aller tijden’. Waarom de Renault 4 zo mateloos populair was? Het was een echte alleskunner!

Iedereen tevreden
De Renault 4 hield het midden tussen een hatchback en een stationwagen. Velen zagen hem als dat laatste, al was het maar vanwege het ruimteaanbod en de praktische bruikbaarheid. Families, vrijetijdsbekleders of vaklui, ze wisten allemaal in de R4 hun ideale vervoersmiddel te vinden. Met vijf portieren en een grote toegang tot de bagageruimte dankzij de bovenaan scharnierende achterklep was de Renault 4 uiterst praktisch. De wekelijkse boodschappen en daarnaast plaats aan vier personen bieden was geen enkel probleem. Dat maakte de Fransoos bij uitstek geschikt voor de veelzijdige huisvrouw, die naast moeder ook regelmatig naar de buurtsuper moest kunnen rijden zonder meteen een oppas te hoeven regelen. Palief en tevens zelfstandig vakman kon op zijn beurt de R4 tussen de bedrijven door benutten als representatieve bedrijfsauto. Klep omhoog, gereedschapkist erin, ladder op het dak knopen en op naar de handel! Zaterdag ‘s ochtends even door de natte spons met zeep halen, een beetje chroompoets, uitzuigen en de Renault 4 stond er weer spik en span bij. Pa en ma in de gordels (vanaf 1973), kinderen innig en veilig in elkaar verstrengelt, heeft de labrador zijn bot? Ja, dan op naar de bioscoop of woonboulevard!

Alsof de tijd stil stond
Dertig levensjaren betekent talloze modeluitvoeringen. Toch week Renault gedurende de productie van de 4 niet of nauwelijks af van het basisontwerp. Vergelijk bijvoorbeeld de R4 GTL ‘Bye Bye’– de laatste duizend R4’s – met de R4 TL uit 1975: op de bredere grille en het nog amper aanwezig zijn van chroom na zouden beide jaargangen zowaar het showmodel kunnen zijn dat in 1961 op de Salon de l’Automobile in Parijs stond. Technisch is er in de loop der jaren natuurlijk wel een en ander veranderd. De eerste R4’s beschikten over een 747 cc motor of in het geval van de R3, een uitgeklede versie, 603 cc terwijl bij het afscheid van Renault 4 de viercilinder 1.108 cc groot was. Voor het rijgedrag maakte een sterkere motor overigens niet uit, dat bleef altijd comfortabel op z’n Frans: zachte vering en dito demping.

Asymmetrisch
De basistechniek was der mate goed doordacht dat Renault ook geen ingrijpende modificaties hoefde te verrichten om de 4 aan de wensen van de gebruiker te blijven laten voldoen. Zo beschikte de R4 al vanaf zijn geboorte over een onafhankelijke wielophanging voorzien van torsiestaven, een constructie dat de wielbasis rechts ietwat langer maakte dan links. Aan de buitenzijde was de asymmetrie van de R4 goed te zien. Het linkerachterspatbord bevatte links onderaan enkele centimeters meer plaatwerk dan aan de rechterzijde. Velen dachten dat dit een constructiefout van Renault was. Integendeel, het was een vindingrijke oplossing om een vlakke bodem te creëren wat vervolgens meer interieurruimte opleverde. Om diezelfde reden zat de 3-versnellingsbak op een ongebruikelijke plaats: in het dashboard. Een bak die overigens wel weer achterhaald was. Aartsrivaal, de Citroën 2CV, beschikte namelijk al over vier versnellingen. In 1968 werd de R4 pas uitgerust met een 4-bak, dezelfde als in de Renault 5.

´t Is mooi geweest
Vijf jaar na het 25-jarige jubileum kreeg de toen al wereldwijd geliefde ‘vier’ zijn laatste grote update. In ons land was de R4 vervolgens nog drie jaar leverbaar. In Frankrijk hield men het model nog wat langer aan, maar duidelijk was dat de Renault 4 na een kleine dertig zijn langste tijd toch wel had gehad. De concurrentie was geavanceerder. Ook het doorvoeren van upgrades voor Renault was duurder dan een compleet nieuw model ontwikkelen. Op 21 december 1994 was het dan echt over en uit voor de Renault 4. Erom treuren deed eigenlijk niemand. Het was mooi geweest na 8.135.424 exemplaren; de 4 was een dierbare herinnering voor miljoenen. Bovendien stond er een opvolger klaar die minstens zo aaibaar was: de Twingo.

Mateloos populair
Mateloos populair
Mateloos populair
Mateloos populair
Redactie
Door Redactie

Voor jou geselecteerd

Wekelijks autoplezier in je mailbox?

  • ✓ Mis geen belangrijk autonieuws
  • ✓ Exclusieve verhalen alleen voor jou
  • ✓ Speciale kortingen en acties