Volkswagen Eos: Nooit meer hoeven kiezen
Kiezen tussen een Coupé en Cabriolet is volgens Volkswagen verleden tijd. De Eos zorgt er volgens de brochure voor dat we ‘Nooit meer hoeven te kiezen’. Volkswagen heeft de Eos dan ook ontwikkeld als een échte CC die het beste van twee werelden combineert.
Uniek dakconcept
We komen daarmee direct op één van de sterke punten van de Eos. Volkswagen is er namelijk met de Eos in geslaagd om een Coupé-Cabriolet neer te zetten die ‘het beste van twee werelden’ combineert. Tijdens de wintermaanden en met slecht weer doet de Eos niet onder voor een gemiddelde andere coupé. Het stalen dak beschermt tegen weersinvloeden en is van binnen keurig afgewerkt. Alleen het windgeruis viel ons tegen. Vooral op de snelweg dringt het geruis duidelijk door tot het interieur, dat hadden we anders verwacht van Volkswagen. Met het aanbreken van de mooiere dagen kan de Eos-rijder genieten van het glazen schuif-/kanteldak dat met een druk op de knop geopend wordt. Een lekker frisse wind dringt daarmee door tot het interieur. Zodra de prachtige zomerdagen aanbreken en het weer het toelaat kan met een druk op de knop het complete dak worden geopend. In nog geen halve minuut tijd voltrekt zich een schitterend schouwspel. De diverse delen worden bijna geluidloos opgestapeld om vervolgens netjes in de kofferbak te verdwijnen. Ineens is daar een Eos Cabriolet, waarbij niets doet vermoeden dat er zojuist nog een coupé geparkeerd stond.
Geen Golf Cabriolet
Lange tijd leek het erop dat de Eos als Golf Cabriolet door het leven zou gaan. Maar Volkswagen koos ervoor om het model niet als opvolger van de Golf Cabriolet neer te zetten. Het model vaart dan ook een heel andere koers. De Eos is groter dan de Golf, heeft een geheel eigen karakter en wordt gepositioneerd tussen de Golf en de Passat. De enige overeenkomst met de Golf is het onderstel. Optisch toont alleen het interieur overeenkomsten, maar daar houdt de vergelijking (op wat kleine details na) dan ook op. Concurrenten als Peugeot, Renault en Opel baseerden hun CC-modellen wel op respectievelijk de 307, Mégane en Astra maar Volkswagen bewust niet. Hierdoor is het ook mogelijk geworden om de Eos hoger te positioneren dan de Golf.
Elegant met een sportief tintje
Zoals elke Volkswagen is ook de Eos een strak vormgegeven auto die Duitse degelijkheid uitstraalt. De verchroomde grille in combinatie met de halfronde koplampen en de lekker brede achterzijde maken de Eos tot een elegante maar sportieve auto. Het is duidelijk een Volkswagen met een sportief tintje. En dat zien we ook terug in het interieur. Het dashboard en de deurpanelen zijn voorzien van een aluminium strip. Dat materiaal zien we ook terug op de pedalen, het stuurwiel en de ventilatieroosters. De lekker stevige sportstoelen zijn optioneel met leer bekleed en ook de deurpanelen zijn met een koeienhuid overtrokken. De ergonomie en de afwerking zijn dik in orde. Alle knopjes zitten binnen handbereik en de afleesbaarheid is prima. Wel valt ons op dat er nog vrij veel hard plastic is gebruikt. Jammer, want zachtere materialen hadden een nog betere indruk achtergelaten. Ook bij het dichtgooien van de portieren had een zachte plof beter bij de Eos gepast dat het blikkerige geluid dat nu klinkt.
Ruim (voor een CC)
Wie geen gezin heeft kan de Eos prima inzetten voor dagelijks gebruik. Het interieur is voor de inzittenden voorin lekker ruim. De hoofd- en beenruimte is prima en ook aan opbergruimte is geen gebrek. De ruimte op de achterbank is aan de krappe kant. Voor de benen is er voldoende plaats, maar de hoofdruimte is zeer beperkt. Kinderen kunnen achterin goed zitten, maar volwassenen zullen het er niet lang uithouden. Met het dak open is dat probleem uiteraard verholpen, maar het is de wind die dan het feest verpest. Op vakantie gaan of boodschappen doen met de Eos kan probleemloos. Met het dak gesloten is 380 liter bagageruimte beschikbaar. Met het dak open blijft er slechts 205 liter over, maar ook dan passen er nog keurig twee koffers en wat losse spullen in. Kortom, aan ruimte geen gebrek.
Sportonderstel wel erg hard
De twee karakters die de Eos combineert komen ook in het rijgedrag naar voren. Enerzijds is het een coupé die lekker sportief gereden kan worden en anderzijds een cabriolet om lekker mee te toeren. Het optioneel gemonteerde sportonderstel heeft wat coupé-rijden betreft zeker zijn voordelen. De straffe vering zorgt ervoor dat de Eos niet overhelt in de bochten of duikt tijdens het remmen. Ook de directe besturing zal de sportief ingestelde Eos-rijder voor zich winnen. Het snellere bochtenwerk is hierdoor een feest en elke bocht nodigt uit om weer net iets sneller genomen te worden. Helaas moet er wel aan comfort worden ingeboet. Het onderstel is op slecht wegdek wel heel erg stevig en oneffenheden worden duidelijk doorgegeven aan de inzittenden. Vooral wanneer er met het dak open wordt ‘gecruist’ zal niet iedereen dit prettig vinden.
Heerlijke TFSI-motor
In het vooronder van onze test-Eos ligt de 2.0 TFSI-motor. De direct ingespoten benzinemotor is inmiddels welbekend en veelgeprezen. In de Eos laat de motor zich zowel van zijn soepele als sportieve kant zien. De viercilinder maakt schakellui rijden mogelijk en beschikt met 280 Nm (tussen 1.800 en 5.000 tpm) bij nagenoeg elk toerental over voldoende trekkracht om vlot te accelereren. Maar het is lekkerst is de motor als deze flink op toeren wordt gejaagd. De turbo blaast een toontje mee en de motor klinkt een beetje rauw. Er kan lekker lang door worden gehaald in de versnellingen en hierdoor accelereert de Eos vlot. Er zijn dan ook maar 7,8 seconden nodig om de - toch nog 1.511 kg wegende Eos - naar 100 km/h te doen sprinten. De 200 pk sterke viercilinder maakt het mogelijk om een topsnelheid van 232 km/h te realiseren. Wie alle 200 pk’s regelmatig aanspreekt moet rekenen op een verbruik van ongeveer 1 op 10. Op lange afstanden is 1 op 12 zeer goed te realiseren.
Motorengamma en prijs
Behalve de door ons gereden 2.0 TFSI-motor levert Volkswagen de Eos ook met een 1.6 FSI (116 pk), een 2.0 FSI (150 pk), een 3.2 V6 FSI (250 pk) en een dieselmotor in de vorm van de 2.0 TDI (140 pk). Zowel de 2.0 TFSI als de 2.0 TDI zijn optioneel te koppelen aan een DSG-automaat. De prijzen beginnen bij € 33.600,- voor de 1.6. Het door ons gereden model was voorzien van een aantal opties waaronder een sportonderstel, metallic lak, lederen bekleding, Xenon verlichting en een navigatiesysteem. Daarmee komt de prijs op € 51.715,-.
Conclusie
Zowel de brochure van de Eos als deze rijtest beginnen met de spreuk dat er nooit meer hoeft worden gekozen. Volkswagen heeft het daarmee bij het juiste eind. De Eos is een coupé en een cabriolet die het beste van beiden weet te combineren. Het lekker ruime interieur (voor CC-begrippen), de relatief ruime kofferbak en de prettige rij-eigenschappen maken de Eos tot een auto geschikt voor alledag. En wie na het werk wil genieten van de zon, een ritje door de stad of een sportieve rit op bochtige buitenwegen heeft met de Eos eveneens een prettige reisgenoot te pakken. Een kanttekening moeten we plaatsen bij het harde sportonderstel. Wie erg gehecht is aan comfort, moet hier niet voor kiezen. Ook de mate van windgeruis kwam als negatief punt naar voren. Maar over het geheel genomen heeft Volkswagen een fantastisch Coupé-Cabriolet neergezet. De Wolfsburgers zijn laat met hun CC, maar hebben dan ook alle tijd gehad om de concurrentie goed te observeren. Zo is er goed nagedacht over de ruimte, de sportieve rij-eigenschappen en de sublieme dakconstructie. Kortom, een CC die kiezen overbodig maakt en de compromissen tussen een Coupé en Cabriolet (bijna) geheel doet verdwijnen.