Autotest: Toyota Auris (Hybrid)
Toyota heeft de populaire Auris een hart onder de riem gestoken. Het model wankelde in ons land door het gemis van het gewilde 14% bijtellingslabel, maar ontving direct noodhulp vanuit Japan. En daarbij werd niet mals gehandeld. Toyota upgrade meteen het totale plaatje met een nieuw smoelwerk, diverse verbeteringen aan het comfort en een rits aan mutaties aan de aandrijflijnen en veiligheidssystemen. Kortom; de vernieuwde Auris moet weer helemaal bij de tijd zijn.
Maar bedachtzaam als Toyota is blijft het merk niet alleen op dit paard wedden. De Japanners gooiden het gamma volledig op de kop en introduceerden naast een aantal nieuwe uitvoeringen tevens twee interessante nieuwe aandrijflijnen. We noemen een goednieuwe 1.2 liter turbobenzinemotor en – voor de dieselliefhebbers – een zelfontbrander met 1.6 liter longinhoud. Tijd voor een eerste ontmoeting.
“Maar bedachtzaam als Toyota is blijft het merk niet alleen op dit paard wedden.”over de Toyota Auris Hybrid
Nieuwe motoren, maar ik zie toch ook optische wijzingen?
Klopt! Al hoeven we over gewijzigde uiterlijk van de vernieuwde Auris niet veel woorden vuil te maken. De compacte middenklasser oogt voortaan breder en lager dankzij meer horizontale lijnen en breder gemonteerde mistlichten. Daarnaast zorgt de nieuwe chromen grille en LED voor- en achterlichtunits voor een moderne aanblik. Wellicht zal niet iedereen de mutaties ontdekken, het geheel ziet er wel opnieuw fris uit.
En van binnen dan?
In het interieur zijn de wijzigingen iets omvangrijker, neem bijvoorbeeld het verse instrumentarium met elegante tellers en een groot kleurendisplay. Verder ging ook de middenconsole op de schop. Fraai hier is het grote (optionele) beeldscherm dat voortaan alle communicatie en multimedia herbergt. Een prettig systeem, al blijven er bij ons altijd twijfels over de handigheid van de tiptoetsen ontstaan. Laten we het zo stellen; wij zijn daar in het algemeen geen fan van. Dat doet verder niets af aan de degelijkheid en afwerking van de Auris – die is op bovengemiddeld niveau. Enkel de materiaalkeuze valt ons tegen. Toyota gebruikt namelijk voor elk paneel een andere soort kunststof wat op ons een beetje chaotisch overkomt. Maar verbeterd, dat is het zeker.
Terug naar de aandrijflijnen. Hoe bevallen die?
Laten we beginnen met de Auris TS Hybrid. Dit model kent in ons land immers een marktaandeel van 75% en dat zal dankzij de 14% bijtelling met het vernieuwde model niet anders zijn. En dat dit ook geen probleem hoeft te zijn blijkt na de eerste meters rijden. De Hybrid behoudt zijn ontspannen karakter en presteert dankzij het gezamenlijke vermogen van 136 pk nog altijd even kwiek.
We lieten het model dan ook snel links liggen en vestigden onze aandacht op de twee nieuwkomers: de 1.2T en 1.6D. Vooral de rijder met een caravan wordt vrolijk van deze twee motoren – beiden mogen namelijk 1.300 kilogram voorttrekken in plaats van de nog geen 400 kg van de Hybrid.
“Toyota verwacht veel van de gloednieuwe 1.2T en dat blijkt geheel terecht!”
Mooi meegenomen! En hoe presteren ze in de praktijk?
Als eerste ontvingen we de sleutels van de in-huis ontwikkelde 1.2 turbobenzinemotor met 116 pk. Een geavanceerde krachtbron waar Toyota veel van verwacht. En dat blijkt niet geheel onterecht. De viercilinder voelt geraffineerd aan en reageert adequaat op onze input. Niet vreemd als je bedenkt dat het maximum koppel van 185 Nm al vanaf 1.500 tpm vrij komt. Kortom, de nieuwe 1.2T is goed bij de les en het is dan ook jammer dat de versnellingsbak enigszins roet in het eten gooit. Niet dat hij niet fijn schakelt – integendeel zelfs – maar de ratio's van vooral de vijfde en zesde versnelling zijn erg lang. Daardoor komt het levendige karakter van de turbomotor in het gedrang.
Dat is niet het geval bij de nieuwe 1.6D-4D-F. Alhoewel nieuw, de viercilinder is afkomstig uit de schappen van BMW/MINI en is inmiddels een bekende stuwkracht. Ook in de Auris weet de 112 pk sterke diesel ons te overtuigen. Vooral tussen 1.750 en 2.250 tpm zorgt het riante koppel van 270 Nm voor veel souplesse. Nog een voordeel, dankzij het gemiddelde verbruik van 4,1 l/100km valt het model precies in de 20% bijtellingsklasse. Overigens geldt dat gunstige label ook voor de nieuwe 1.2T en de aangescherpte 1.4D.
En hoe zit het met het rijgedrag van de Auris?
Geen verrassingen op dit gebied, de Auris stuurt precies zoals je het verwacht. Het model kent een neutrale stuurinrichting die vooral op comfort is afgestemd. Ook het onderstel voelt zich solidair met deze gedachte en gedraagt zich zodoende ook meegaand. Richels en hobbels worden met gemak verwerkt, zonder daarbij week of onstabiel te worden. Erg communicatief is de Auris daarbij niet. Je hebt nauwelijks een idee wat er zich precies afspeelt achter het stuurwiel, waardoor het rijden geenszins dynamiek bevat. Geen schande, het is immers maar net waar je de focus op legt.
Noemenswaardig is de toevoeging van tal van veiligheidssystemen. Het betreft hier overigens geen nieuwe systemen, maar een bundeling van bestaande methodes als Lane Departure Alert, Road Sign Assist, Pre-Collision en Automatic High Beam. De Japanners noemen het Toyota Sense en vragen hier een meerprijs van 650 euro voor. Een slimme deal voor de toegevoegde veiligheid.
Kies je met je hart of je verstand?
Het moge duidelijk zijn: de inspanningen van Toyota hebben duidelijk impact gehad. De vernieuwde Auris is ruim genoeg voor een gemiddeld Nederlands gezin, biedt gedegen bouwkwaliteit en ziet er bij de tijd uit. Tel daar zijn comfortabele karakter en energiezuinige aandrijflijnen bij op en je hebt een sterk totaalpakket. Dat het model verre van spanning en dynamiek biedt moet je dan echter wel voor lief nemen. De Auris blijkt, zoals vele modellen van Toyota, vooral een verstandige keuze. Hij zal nimmer teleurstellen, maar ook weinig plezieren.
De prijslijst van de Auris start bij € 18.950,- voor de 1.3 Comfort. De Hybrid, 1.2T en 1.6D-4D staan respectievelijk voor € 24.395,-, € 23.795,- en € 27.450,- in de prijslijst. De meerprijs voor de ruime Touring Sports bedraagt € 1.300,-.