Audi Q5 hybrid

Toen we begin 2009 kennis maakten met de Audi Q5 was al snel duidelijk dat Audi niet voor niets de kat uit de boom had gekeken. De Q5 wist in één klap de maatstaf in zijn segment te worden. Zijn uitstraling, subliem afgewerkte interieur en fantastische rij-eigenschappen wist de BMW X3 van zijn troon te stoten en de Mercedes GLK, Inifitni EX en ook Volvo XC60 achter zich te laten. Een standpunt wat ons met de Q5 hybrid wederom bevestigd wordt. Wie instapt ervaart meteen het prachtig afgewerkte en ruime interieur en eenmaal onderweg biedt de SUV een schitterende balans tussen sportiviteit en comfort. Het is simpelweg nog altijd een heerlijke auto.

Verwachtingspatroon
Audi heeft daarmee de lat hoog gelegd en daarmee ook het verwachtingspatroon. Iets aan te merken hebben op een Audi is bijna onmogelijk, tenzij het een kwestie van smaak betreft. We zijn dan ook enigszins verbaasd als we met de Q5 hybrid op pad zijn. Want zo goed als een Audi (Q5) doorgaans is, zo tegen valt ons de Q5 hybrid. Dat vraagt om uitleg, dat begrijpen we, en dat doen we dan ook graag. Waarbij we beginnen bij te kijken naar zijn positionering.

Prestaties van topniveau
Wie de Q5 hybrid positioneert ten opzichte van de 200 pk sterke 2.0 TFSI en de 70 pk sterkere 3.2 FSI komt precies in het midden uit. De Q5 hybrid ontwikkelt een gecombineerd vermogen van 245 pk en een koppel van 350 Nm. Aansprekende waarden die ook voor aansprekende prestaties zorgen. De acceleratie naar 100 km/h verloopt in 7,1 seconden waarmee de auto een fractie sneller is dan de 200 pk sterke viercilinder en slechts twee tiende langzamer dan de zescilinder. Op topsnelheid ontloopt het drietal elkaar amper en daarmee zijn ze behoorlijk aan elkaar gewaagd. In dat opzicht hoef je met de hybrid zeker geen concessies te doen. Sterker nog, onderweg kun je de extra kracht van de elektromotor merkbaar voelen tijdens het accelereren. Hij geeft je een stevige extra duw in de rug en weet ongekend snel en lineair te accelereren.

Verbruik stelt teleur
Met de prestaties zit het wel snor, maar wie voor de hybrid kiest gaat voor het verbruik. En daar wringt ‘em de schoen. Zo zuinig is de Q5 hybrid in de praktijk namelijk niet. Op papier is het verbruik van 6,9 l/100 km fors lager dan de vier- en zescilinder die respectievelijk 8,6 en 9,3 l/100 km scoren, maar in de praktijk blijkt de hybrid niet beter dan 1 op 10 te kunnen noteren. Zelfs als we volgens het Nieuwe Rijden goed anticiperen, de auto veel laten uitrollen en gedoseerd met het gaspedaal omgaan blijft de teller tussen de 9,5 en 10,5 l/100 km hangen. En dat is allerminst zuinig.

Gebrek aan verfijning
Waar de Q5 hybrid ons het meest teleurstelt is op het gebied van verfijning. Om dat te kunnen uitleggen dienen we je eerst nader kennis te laten maken met de techniek. De Q5 hybrid is een zogenaamde parallel-hybride waarbij de elektromotor en de benzinemotor alleen kunnen opereren, maar ook samen kunnen werken. Zo kun je geheel elektrisch rijden (maximaal 3 km en tot 100 km/h), profiteren van het gezamenlijke vermogen van de benzine- en de elektromotor en kan de benzinemotor zijn werk ook alleen doen. Door die combinatie van aandrijvingen wordt er continue geschakeld tussen de verschillende motoren. En dat voel je. Te goed helaas. Eenmaal op snelheid heb je er weinig last van. De motoren reageren alert op het gaspedaal en weten de beweging van je rechtervoet meteen door te vertalen in een voorwaartse beweging. Maar juist op lagere snelheden schiet die samenwerking tekort. Wanneer je aanremt voor bijvoorbeeld een rotonde schakelt de benzinemotor uit en regenereert de elektromotor de remenergie om zodoende de accu weer bij te laden. Ga je vervolgens op het gas dan valt de auto enigszins dood om pas na een korte vertraging weer op gang te komen. Met een voelbaar schokje. Want het is net alsof het tijdelijke gebrek aan vermogen direct gecompenseerd wordt door een boost. Sta je voor een stoplicht en rij je weg dan lijkt die vertraging zowaar nog langer. En dat wil je niet met een Audi van in ons geval ruim 80.000 euro. Wie een dergelijk bedrag uitgeeft voor een auto als deze verwacht verfijning en perfectie. En geen ergernis, want dat is wat de aandrijflijn van de Q5 hybrid op langere termijn opwekt.

Concluderend
Het is een kwestie van plussen en minnen. Waarbij één bepalende factor nog onbesproken is gebleven: zijn prijs. De Q5 hybrid is er vanaf € 63.850,-. Dat is bijna 6.000 euro meer dan de gewone 2.0 TFSI quattro, maar dat vergelijk is niet eerlijk. Elke hybrid beschikt namelijk standaard over een automaat, 19 inch lichtmetalen wielen en Audi’s MMI Navigatie plus. Tel je dat bij een standaard 2.0 TFSI quattro op dan zal die ook rond de 64 mille uitkomen. Om het even dus. En zodoende blijft de vraag over wat het nut is van de hybrid. Qua prijs biedt hij geen voordeel, qua prestaties is hij voelbaar sneller, qua verbruik is hij in de praktijk geen zuinigsheidswonder en qua rijden mist hij een stuk verfijning dat je bij een Audi gewoon verwacht. Het enige dat wij kunnen bedenken is dat Audi er haar ‘Voorsprong door techniek’ mee wil demonstreren en de concurrentie sneller af te zijn. Maar was dat nodig dan? Want als je dat inderdaad wilt doen moet je het wel in één keer goed doen. Zoals de hybrideloze Q5 nog altijd weet te imponeren bereikt de hybrid het omgekeerde. Hij stelt teleur en doet ons vraagtekens plaatsen bij zijn bestaansrecht. Ons advies is dan ook gewoon voor de 2.0 TFSI te gaan, want die auto blijft een heerlijke machine.