Waarom je je op dit oldtimerfestival op een ordinaire Paasmarkt waant

Bavo Galama is voor Auto Review al eens op bezoek geweest bij de jaarlijkse oldtimerdagen in Coevorden en Nijland en hij heeft ooit de Friese Elfstedentocht voor klassiekers gevolgd. Hij is echter nog nooit in Venhuizen geweest, waar men claimt jaarlijks het oudste oldtimerfestival van ons land te organiseren.
Het Noord-Hollands Oldtimerfestival ontstond begin jaren 80 van de vorige eeuw. Het dorp Venhuizen organiseerde destijds al enkele jaren haar eigen wegrace voor motoren over een stratencircuit dat men in de volksmond ‘het Drieban-circuit’ noemde. Om de boel wat op te leuken werd besloten om naast de wedstrijd ook een tentoonstellinkje van oude motoren te organiseren. Dat kon mooi in een van de hallen van een aan het circuit gevestigd transportbedrijf. Toen er maar enkele antieke motoren voorradig bleken, vulde de organisatie de hal met wat klassiekers en oude autootjes van familie en kennissen. Zo ontstond zo’n veertig jaar geleden het Noord-Hollands Oldtimerfestival.
De wegrace bestaat inmiddels allang niet meer, maar het tentoonstellinkje ontwikkelde zich in de loop der jaren tot een klassiekerevenement van belang. Men mag inmiddels duizenden mensen begroeten tijdens de Paasdagen. Wat is er dan precies te zien?
Omdat mijn mails aan de organisatie onbeantwoord bleven, besloot ik voor de verandering maar eens om geen interviews te houden met organisatie-bobo's of deskundigen. Deze keer ging ik voor de zogenaamde ‘consumer experience'. Op de website was ik al lekker gemaakt met de belofte van gratis parkeren en het thema van 2025, de Méditerranée! Nou, wat kon er nog misgaan!

Stel nu jouw ID.7 Tourer samen, de ruimste volledig elektrische stationwagen. Opgeladen tot 80% in 26 minuten.


Oorlogsvoertuigen
Dat het een groot evenement betreft, bleek wel uit het enorme aantal geparkeerde auto’s op grote stuk weiland naast de bloembollenhallen waar het autofeestje plaatsvindt. Er lopen talloze verkeersregelaars in lichtgevende hesjes rond die druk met elkaar of met hun mobieltje in gesprek zijn en mij met professionele vaardigheid negeren. Dat geeft allemaal niets, want her en der zijn er wel wat lege plekken te vinden om de auto te parkeren.
In de motregen loop ik naar de ingang toe. Daar moet ik 14 euro afrekenen. Het liefst contant, maar als het echt moet dan kan het ook met een pinautomaat.
De eerste van de negen hallen is gewijd aan militaire voertuigen uit de Tweede Wereldoorlog. Dit vanwege het feit dat het precies tachtig jaar geleden is dat ons land werd bevrijd van de Duitse bezetting. Er staat een stafauto van de Amerikanen, een Plymouth De Luxe uit 1942, in het typerende doffe camouflagegroen van het Amerikaanse leger uit die jaren. Daarnaast een exemplaar van die bekende truck met dubbele achteras waarmee de bevoorrading naar het front werd uitgevoerd. Beide wagens zijn van het Oorlogsmuseum Medemblik.
In het midden van dezelfde hal staan een aantal jeeps, militaire tweewielers en een Duits pantservoertuig. De jeeps blijken tot mijn verbazing te koop te zijn en ik krijg algauw de indruk dat dit de stand is van een handelaar in oorlogsvoertuigen. Die heeft zijn showroom voor het Paasweekend gewoon even naar deze bloembollenhallen verplaatst.



Ordinaire paasmarkt
Dat dit evenement niet vies is van commercie, blijkt ook wel uit de ongelofelijke hoeveelheid kraampjes die in elke hal zijn neergezet. Van alles is hier te koop. Ook een hoop vreterij. Een blauwe walm van patat, hotdogs en broodjes beenham trekt door de hallen en blijft halverwege hangen in de T-shirts, lederwaren of damesjurken in de kledingkraampjes. Ik dacht dat het vandaag om bijzondere klassieke auto’s zou draaien, maar ik ben beland op een ordinaire Paasmarkt.
Overal lopen gezinnetjes rond die voor hetzelfde geld ook voor de meubelboulevard, een pretpark of de IKEA hadden kunnen kiezen. In elke hal staat wel een dj gezellige Hollandstalige plaatjes te draaien en in Hal 8 speelt zelfs een heus coverbandje op een podium waar de plaatselijke linedance-groep een weinig spectaculaire demonstratie geeft. De familieleden hebben plaats genomen op een groot horecaterras dat de helft van de hal in beslag neemt. Dan moet je wel tegen evenementsprijzen daar een versnapering kopen (cappuccino: bijna 5 euro ), want dat zit allemaal echt niet inbegrepen in de entreeprijs.
Wat krijgt de bezoeker dan wel voor zijn veertien eurootjes? Zijn er dan geen leuke auto’s te zien? Jawel, maar voor de autoliefhebber die wel eens een automuseum van binnen heeft gezien, staat er eerlijk gezegd niet veel bijzonders. Dit evenement lijkt niet bepaald opgezet voor fijnproevers. Niet qua eten, niet qua auto’s.
The Knightrider
Maar de doorsnee Nederlander zonder enige bijzondere merkenkennis kan hier best een aangename middag hebben. Denk ik. Dat verreweg de meeste van de tentoongestelde klassiekers te koop staan en een of andere autobedrijf toebehoren, zal hen niet kunnen schelen. En de auto’s die men verwacht op een dergelijk evenement staan er dan ook. Een mooie originele Kever, een Spijlbusje, een Cadillac deVille uit 1959 met enorme vleugels, een T-Ford en ja hoor, de auto van ‘the Knightrider' is ook aanwezig. Dat wil zeggen: een replica natuurlijk, met dat typerende bewegende rode laserlampje in het front. De kinderen anno nu snappen er uiteraard geen jota van. Die moeten hun grootouders erbij roepen om te vragen wie David Hasselhoff was. Origineel is het allemaal niet, maar ik hoor weinig bezoekers klagen.
In een van de hallen lijkt op de vloer het uitgebreide wegennet van Madurodam nagebouwd te zijn. Daar laten leden van de AsfaltRockersclub hun op afstand bedienbare speelgoedvrachtwagens rondrijden. Het blijft een merkwaardig gezicht: volwassen mannen die geconcentreerd en met ernstige gezichten hun kindertijd weigeren los te laten. Boys will be boys, zullen we maar zeggen.


Altijd wat aparts
Maar voor autoliefhebber valt er op een dergelijk feestje altijd wel wat aparts te vinden. Ik zie bijvoorbeeld een bijzondere en paarse Deux Cheveaux. Eentje die door een kundige lasser in een lollige bui is ingekort tot een tweedeurs modelletje. Het ziet er inderdaad wel koddig uit. Op een briefje staat te lezen dat de eigenaresse Deborah heet en dat ze deze 2CV Coupé uit 1969 al elf jaar in bezit heeft. En niet van plan is om ‘m weg te doen. Dat is hier uitzonderlijk, een auto die eens niet te koop wordt aangeboden.
Ik stuit op nóg een auto die niet te koop staat. Het is een Mercedes 170 D. Een diesel dus, maar deze auto is in 1950 zijn leven begonnen als benzineversie. Pas in 1957 werd er een dieselmotor ingebouwd. De 170 bestond al voor de oorlog uitbrak, maar pas na de oorlog werd hij hét succesnummer van Mercedes. Zoals gezegd: deze auto is niet te koop. Maar wel te huur. Als trouwauto inclusief chauffeur. Bijna alles is handel hier tenslotte.

Mijn oog valt op een zwarte pick-up versie van een Peugeot 203. Dat zwart is niet de originele kleur. De auto blijkt een fikse brand in een loods vol oude auto’s te hebben overleefd. 'Overleefd' is misschien een groot woord. De Fransman uit 1956 zou zo te zien wel wat hulp van het brandwondencentrum in Beverwijk kunnen gebruiken. Maar … hij is er nog, dat wel! Artikelen over de brand in de loods van eigenaar Ferdi Huisman zijn op de voorruit geplakt. Eindelijk eens een auto met een verhaal.

Bijzondere 'Bugatti'
Grote bewondering van het publiek oogst een Bugatti van het type 57C. Hij is pontificaal op een draaischijf gepositioneerd en de ‘oh’s’ en ‘ah’s’ zijn niet van de lucht. Jammer dat het om een replica gaat. Dat kon een kenner al zien aan de vorm van de grille. De nep-Bugatti staat op het chassis van een Volkswagen, ontdek ik. Desalniettemin toch knap dat je dit in drie jaar kunt namaken!
Iets verderop staan twee race-Bugatti’s waarvan ik nu niet meer zeker weet of het originele auto’s zijn of ook replica’s. Je zou bij een echte Type 35 een afzetting verwachten die het publiek op afstand houdt, of een beveiliger. Maar niets van dat alles. Die ene met een Nederlands kenteken lijkt me toch een origineel. Samen met wat race-Renaultjes vertegenwoordigen ze kennelijk het thema Méditerranée. Oké …
Ook nog wel enigszins bijzonder vind ik een Jawa uit 1939. Ik ken het merk alleen als een Tsjechische motorfietsenbouwer maar hier staat een heus autootje uit 1939. De Jawa Minor is voorzien van een tweecilinder tweetaktmotortje van 650 cc, dat zowaar bijna 20 pk eruit weet te persen. Een zeldzame verschijning. En … ja hoor: hij staat te koop. Geen idee wat dat kosten moet. Voor de aflevering halen ze hem misschien ook nog even voor je door de wasstraat want dat waren ze even vergeten, zo vlak voor dit festival.
Briefje achter de voorruit
Mensen hebben het er naar hun zin, dat moet gezegd. Wat dit festival wat mij betreft ontbeert zijn de echte liefhebbers die gepassioneerd elkaars levenswerk staan te bewonderen en helemaal uit hun dak kunnen gaan over een zeldzaam knipperlichtje uit een bepaalde jaargang. De liefhebber die een interessant verhaal toevoegt aan de auto die er tentoongesteld staat. Ik mis passie, hier. Het meest vertelde verhaal in deze hallen staat te lezen op talloze briefjes achter de voorruit: te koop!
Tekst en foto’s: Bavo Galama

Stel nu jouw ID.7 Tourer samen, de ruimste volledig elektrische stationwagen. Opgeladen tot 80% in 26 minuten.