Audi TTS haalt het beste uit de TT
272 pk, aandrijving op alle vier de wielen en een razendsnel schakelende S tronic transmissie. De Audi TTS heeft alles in huis om zijn inzittenden – en voornamelijk de bestuurder – te trakteren op ultiem rijplezier. Het nog sportiever gemaakte uiterlijk ten opzichte van de gewone TT zorgt ook visueel voor een aantrekkelijker voorkomen dan de TT ooit tevoren had.
Het gamma van de Audi TT is dit jaar zowel naar beneden als naar boven uitgebreid. Naast de 200 pk sterke 2.0 TFSI en de 250 pk sterke 3.2 V6 TFSI kunnen TT-liefhebbers sinds dit jaar ook kiezen uit een 160 pk sterke 1.8 TFSI en een 170 pk sterke 2.0 liter TDI-motor. Maar voor de echte liefhebber van rijplezier is er de TTS. Jawel, het S-model dat de TT al zo lang verdient.
S-uitstraling
De TTS is in één oogopslag herkenbaar als het sportiefste lid van de TT-familie. De voorzijde wordt gemarkeerd door een forse voorspoiler met grote luchtinlaten die lijken te snakken naar verse lucht. Daar tussenin heeft Audi een typische S-grille gemonteerd met daarin het logo dat geen twijfel meer doet bestaan over zijn innerlijke potentieel. Geheel volgens Audi’s laatste trend is de TTS voorzien van een rijtje LED-dagrijverlichting in de koplampunits. Wanneer we richting de achterzijde lopen valt de blik meteen op de aangezette zijskirts en de standaard 18 inch lichtmetalen wielen. Deze gunnen je een mooie blik op de krachtige remmerij die de TTS binnen razend tempo tot stilstand weet te brengen. Om je flink het nakijken te geven wanneer de sportauto je voorbijstreeft is de achterzijde voorzien van een viertal vuistdikke uitlaatpijpen die prachtig in de diffusor verwerkt zijn. De TTS straalt dankzij het sportieve uiterlijk zelfs bij stilstand nog snelheid uit.
Kuipjes die je lichaam omsluiten
Geheel terecht is het interieur minder ingrijpend aangepast. In elke TT overheerst daar namelijk al een sportieve sfeer. Die wordt primair gecreëerd door de ronde luchtroosters, de bijzondere knoppen van de climate control en de kokervormige klokkenwinkel. Om het geheel nog net wat meer in de sportieve stemming te brengen heeft Audi een TTS-logo aangebracht op de tellers, zijn de pedalen van aluminium voorzien en is ook op het dashboard op tal van plaatsen met deze metaalsoort opgesierd. De stoelen zijn niet alleen schitterend om te zien, maar omsluiten je lichaam bovendien perfect. Eenmaal plaatsgenomen in de kuipjes - die standaard met leer zijn bekleed - kun je geen kant meer op. Het enige dat je dan nog wenst is de sleutel om te draaien en de 272 paardenkrachten aan het werk te zetten.
Gretige viercilinder turbomotor
Bij het omdraaien van de sleutel komt er een beschaafde brom uit het vooronder. Veel anders hadden we ook niet verwacht, er ligt immers slechts een viercilinder in het vooronder. Laat dat slechts echter maar weg, want we praten hier wel over een viercilinder die zijn mannetje staat. De motor meet 2.0 liter inhoud en wordt geassisteerd door een turbo. Daardoor wordt er een vermogen van maar liefst 272 pk opgewekt dat vanaf 6.000 tpm volledig beschikbaar is. Het koppel van 350 Nm (tussen 2.500 en 5.000 tpm) zorgt ook op tussenacceleraties voor een moeiteloze versnelling. Voor de overbrenging van het vermogen naar de wielen staat in dit geval een S tronic transmissie garant. Deze transmissie is gelijk aan de DSG-bak van Volkswagen en beschikt over een koppeling voor de even en de oneven versnellingen. Wordt de eerste versnelling ingeschakeld dan zet de bak automatisch de tweede versnelling al klaar. Er hoeft nog slechts ontkoppeld en gekoppeld te worden om het volgende verzet in te schakelen. De techniek is zo geraffineerd dat dit razendsnel verloopt en er met een handbak niet tegen valt te schakelen. Niet voor niets is de TTS met S tronic maar liefst 0,2 seconden sneller op de 0-100 km/h sprint dan de handbak (5,2 tegen 5,4 seconden). Als bestuurder heb je daarbij de keuze om de transmissie geheel zelfstandig zijn werk te laten doen of letterlijk en figuurlijk het heft in eigen hand te nemen met de schakelpeddels achter het stuurwiel. Schitterend is het feit dat Audi de bak zo heeft geprogrammeerd dat er tussengas wordt gegeven bij het schakelen. De motor klinkt dan heerlijk fel en een roffelende klank maakt schakelen verslavend. Waar we bij de 3.2 V6 het motorgeluid enigszins misten maakt de TTS dat dubbel en dwars goed.
Stuurmansauto
Audi’s inspanning om van de TTS een lekkere stuurmansauto te maken hebben hun vruchten afgeworpen. De talloze testkilometers op circuits als de Nürburgring zijn niet voor niets geweest. Het onderstel is voorzien van Magnetic Ride Dempers die zich aanpassen aan de omstandigheden en met een druk op de knop nog sportiever zijn af te stellen. De TTS lijkt zich mede door het standaard aanwezige quattro niet van de wijs brengen. Hij rijdt als op rails en is met hoge snelheden door de bocht te loodsen. De besturing is daarbij lekker direct afgesteld en scherp, maar door iets teveel stuurbekrachtiging voor een sportauto wel aan de lichte kant.
Conclusie
De Audi TT met V6-motor was eigenlijk te comfortabel om als sportief topmodel te kunnen worden beschouwd. De motor mist wat gretigheid. Dat wordt met de TTS dubbel en dwars goedgemaakt. De viercilinder benzinemotor is lekker gretig, fel op het gas en laat vooral met overschakelen duidelijk van zich horen. De dot tussengas die de S tronic tranmissie dan weet te creëren is werkelijk verslavend. Datzelfde geldt voor het rijgedrag van de auto. De besturing is wat aan de lichte kant, maar wel lekker scherp en het onderstel laat mede door de quattro-aandrijving zich niet van de wijs brengen. Aan comfort, afwerking en gebruiksgemak ontbreekt het - zoals we dat van Audi gewend zijn – evenmin. De TTS haalt het beste uit de TT naar boven. En dan te bedenken dat er ook nog een RS-versie op de rol staat.
© Autoreview.nl | Hans Winter