5 lelijke auto’s die wij mooi vinden
Over de vormgeving van auto’s kun je heerlijk discussiëren. Niets zo persoonlijk als smaak, en toch zijn er modellen die iedereen lelijk vindt. Nou ja, vrijwel iedereen. Wij zien dat toch een tikje anders en gaan vijfmaal voor controverse.
BMW Isetta (1955) – door Bart Smakman
Ik wil bezwaar aantekenen. Bij welke instantie weet ik niet, maar deze bubblecar wordt onrecht aangedaan met zijn vermelding in deze lijst. De bestuurder van de BMW Isetta staat weliswaar doodsangsten uit, maar als kunstobject in het midden van een videoclipachtige woonkamer is-ie werkelijk subliem. Een tweekleurig ei met ronde koplampen speels op de zijkant geplakt. Dat de deur naar voren openzwaait met stuur en al, geeft het kunstwerk een extra dimensie. En ik weet dat ik gelijk heb, want de nieuwe elektrische Microlino uit Zwitserland kopieert het iconische design. En imitatie is het mooiste compliment ...
Jaguar XJ (2009) – door Jaap Peters
Hoeveel welgestelde Britten zullen zich verslikt hebben in hun afternoon tea toen ze de achterkant van deze XJ te zien kregen? “Hmm, yes, well well’, zullen ze hebben gemompeld. Brits voor: geen haar op mijn hoofd die daarin gaat rijden. En dat gebeurde dan ook niet. Ikzelf vind het heerlijk dat sir Ian Callum keihard tegen het conservatieve heilige huisje schopte en de Jaguar XJ deze prachtige, met alle tradities brekende, derrière gaf. Slank, en toch welgevormd. Wat ik wél erg vind: de opvolger van de XJ wordt een elektrische suv …
Fiat Multipla (1998) – door Gert Wegman
Alles en iedereen viel over Fiat heen toen het in 1998 de Fiat Multipla op de markt bracht. Ik viel juist als een blok voor deze ‘belediging van het menselijk oog’. Tussen alle grijzemuizen-mpv’s was de Multipla een geniale, kleurrijke kameleon. Geen enkele andere mpv stuurde zo scherp en kleefde zo aan het asfalt. De combinatie van zes zitplaatsen en een volwassen kofferbak binnen een lengte van 4 meter was eveneens ongekend. Ik hield van het apenrots-achtige dashboard en het fantastische ruimtegevoel. Helaas werd deze slimme rare snuiter door maar weinigen begrepen.
McLaren Senna (2018) – door Remco Slump
Ja, ik heb ogen. Ze zijn niet helemaal goed, maar worden vaak gecorrigeerd door een uitstekende bril, dus ik kan zien dat de McLaren Senna geen traditionele schoonheid is. Verre van zelfs, met zijn gatenkaas-koets, gekromde Adrien Brody-neus en achtervleugel waar zelfs een Porsche 911 GT3 het schaamrood van op de kaken zou krijgen. Toch vind ik de McLaren prachtig. Mooi van functionele lelijkheid is-ie, want iedere lijn, rand en opening heeft een doel: de Senna zo efficiënt mogelijk door de lucht en tegen het asfalt drukken. Hij oogt uit balans, maar misschien legt mijn uitleg wat gewicht in de schaal.
Peugeot 407 Coupé (2005) – door Gert Wegman
Als opvolger van de elegante, door Pininfarina ontworpen 406 Coupé, kreeg de Peugeot 407 Coupé het zwaar te verduren. De overhang vóór was volgens critici te lang en de grote grille gaf hem een vulgair grote bek. En wat wilde Peugeot met die haaienkieuwen suggereren? Het was geen supercar! Oké, de elegante daklijn kon ermee door, maar de achterlichten werden weer veel te lomp bevonden. Zelf heb ik een enorm zwak voor dat tikje ordinaire, net zoals ik lichtelijk te zwaar opgemaakte, iets te wulpse dames met een rokerige stem stiekem heel aantrekkelijk vind.
Lijstjes zijn leuk! Lees ook elke vrijdagmiddag de 5 beste autonieuwtjes
Meld je aan voor onze wekelijkse nieuwsbrief!